Stolpersteine
volgende stenen
Inhoud van deze pagina:
Plaatsing Stolpersteine 5 november 2025
Op 5 november 2025 werden drie Stolpersteine geplaatst bij Hoge Rijndijk 26. Voor Samuel en Clara Marsman-Sitters is een eigen pagina gemaakt.
Rozetta Cohen, geboren 31 augustus 1897 te Dordrecht, gedeporteerd 23 maart 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor, vermoord 26 maart 1943 te Sobibor

De Stolperstein voor Rozetta Cohen

Rozetta Cohen
De plechtigheid bij Hoge Rijndijk 26

De steen voor Rozetta Cohen wordt geplaatst door twee leerlingen van het Stedelijk Gymnasium Leiden, Lintar Shidiq en Max Sagel.
Er zijn geen nabestaanden aanwezig.

Barbera Bikker van de werkgroep houdt de toespraak voor Rozetta Cohen
Toespraak, gehouden door Barbera Bikker
Rozetta Cohen werd 45 jaar. Ze werd geboren in Dordrecht, in 1897. Ze was de oudste van vier kinderen in het gezin van Jozeph Cohen en Bruintje van Geuns.
Haar ouders kwamen allebei uit grote gezinnen, allebei koopmansfamilies. Haar vader was operazanger én metaalhandelaar, dat zal een bijzondere dynamiek hebben gegeven in het gezin waarin Rozetta opgroeide.
Rozetta’s vader overleed in 1931, hij was pas zestig jaar oud. Er werd lovend over hem geschreven; het was een gezien man in Dordrecht. Tweeënhalf jaar later overleed ook haar moeder. Rozetta was toen 36 en werkte in die tijd in Dordrecht als hulp in de huishouding bij een gezin aan de St. Jorisweg. Twee jaar later verhuisde ze naar Leiden. In 1935 werd ze dienstbode bij de familie Marsman. We hebben net over hen gehoord.
Er is heel weinig bekend over Rozetta. Tante Rozi, zo wordt ze genoemd door haar nabestaanden die in Israël en de VS wonen. Een van hen laat weten dat tante Rozi de lievelingstante van haar moeder was. En haar moeder glimlachte altijd als zij tante Rozi haar naam noemde. De familie is op afstand zeer betrokken bij de plaatsingen hier vandaag. Op onze website zijn later vandaag ook nog wat aanvullende woorden van de familie te vinden.
Op de kaart van Rozetta van de Joodse Cartotheek vallen twee bijzonderheden op. Er staat dat ze naaister was bij het Joodse Weeshuis in Leiden, aan de Roodenburgerstraat en er staat ‘verzorger van doden’. Twee extra dimensies in haar leven. Het maakt ons bewust dat levens niet op zichzelf stonden. Iedereen leefde in een netwerk van relaties.
In het archief van de joodse begrafenisvereniging, behorend bij de Joodse gemeente in Leiden, vond ik een briefje over Rozetta. Een groot deel van de Joodse gemeenschap was lid van deze vereniging met de naam Gemieloes Chasodiem Oewikoer Chouliem. In 1939 waren er ruim 150 leden. De heer Marsman was een actief lid daarvan en hij schrijft iets over Rozetta.
Marsman schrijft: “Mej. Cohen, die bij mij inwoont, wilde voorheen in Dordrecht, als de tijd daar is, begraven worden, en is lid gebleven van de gemeente Dordt […] tot 1 juli 1939. Haar broer in Dordrecht betaalde de contributie. Nu is door een kleine onenigheid de broer opgehouden met betalen en stuurde de kwitantie naar hier.” (einde citaat).
Marsman had Rozetta vervolgens aangeraden om in Leiden lid te worden, maar toen kreeg ze een rekening van 16 gulden, 4 gulden voor elk jaar dat ze in Leiden had gewoond maar geen lid was geweest. In het geciteerde briefje houdt Marsman een pleidooi voor Rozetta, en ze hoeft uiteindelijk alleen de helft te betalen.
Een paar zinnetjes in een brief, maar ze betekenen veel: Rozetta verbond zich aan Leiden en aan de Joodse gemeenschap hier. En zij verzorgde hen die gingen sterven of gestorven waren.
Ze werd zelf maar 45 jaar oud. Haar jongere zussen en broer overleefden de oorlog.
Rozetta werd niet verzorgd toen ze vermoord werd in Sobibor en haar lichaam werd niet gereinigd na haar overlijden. Zeer pijnlijk en verdrietig. En dit geldt voor de meesten van hen die we vandaag gedenken. Door jou, Rozetta, zijn we ons daar vandaag extra van bewust. Dat jouw gedachtenis ons tot een zegen mag zijn.
Adding words of the family because of the Stolperstein for Rozetta Cohen
My mother, Betty Smoli Cohen, had three aunts. All of them sisters of her father, Meir Cohen. Tante Rozi was my mother’s favorite aunt. She spent a lot of time with her when my mother was a little kid, and my mother had nice memories of her. She always smiled when she mentioned her.
Unfortunately, Rozetta’s fate was like this of almost 80 percent of the Jews of Holland in those years- she was murdered by the Nazis only because she, and the others, belonged to a different religion and ethnicity.
Their massive killing worked “well” due to the killing machinery of the Nazis, but also because of the by standing of the majority of the people of Holland, and the rest of the world.
The fate of my mother, her brother Jos and their parents Meir and Sini Cohen was different, they survived. They survived thanks to moral and brave people- Aart and Ditt Bezemer of Dordrecht who hid them for two and a half years, Bram and Cor de Jonge who helped them in many ways and Luchien and Hendrikus Van Voorst of Oone, who gave a shelter to Jos.
Evil acts based on hatred of the others, are going on, unfortunately, in different parts of the world, among them in The Middle East, close to our home. The killing and the starvation was massive and both sides suffer a lot. We, Tante Rozi offspring couldn’t by stand and we did our most to bring to its end. We hope that we are stepping to better days in our region and maybe it will be an opening to a new era for more people over the world. Installing the Stolpersteine makes us remembering the people who were murdered. It should also rings our bells not to by stand, and to speak out loud against evilness.
Mira Smoli, Israel
Vertaling in het Nederlands
Aanvullende woorden van de familie vanwege de Stolperstein voor Rozetta Cohen
Mijn moeder, Betty Smoli Cohen, had drie tantes. Allemaal zussen van haar vader, Meir Cohen. Tante Rozi was de favoriete tante van mijn moeder. Ze bracht veel tijd met haar door toen mijn moeder nog een klein kind was, en mijn moeder had mooie herinneringen aan haar. Ze glimlachte altijd als ze haar noemde.
Helaas was Rozetta’s lot vergelijkbaar met dat van bijna 80 procent van de Joden in Nederland in die jaren: ze werd vermoord door de nazi’s omdat zij, en de anderen, tot een andere religie en etniciteit behoorden.
Hun massale moordpartij werkte “goed” dankzij de moordmachinerie van de nazi’s, maar ook dankzij de overtuiging van de meerderheid van de Nederlandse bevolking en de rest van de wereld.
Het lot van mijn moeder, haar broer Jos en hun ouders Meir en Sini Cohen was anders: zij overleefden. Ze overleefden dankzij morele en dappere mensen: Aart en Ditt Bezemer uit Dordrecht die hen tweeënhalf jaar verborgen hielden, Bram en Cor de Jonge die hen op vele manieren hielpen, en Luchien en Hendrikus Van Voorst uit Oone, die Jos onderdak boden.
Kwaadaardige daden, gebaseerd op haat jegens anderen, vinden helaas plaats in verschillende delen van de wereld, waaronder in het Midden-Oosten, dicht bij huis. De moordpartijen en de hongersnood waren massaal en beide partijen lijden er zwaar onder. Wij, de nakomelingen van Tante Rozi, konden het niet aanzien en hebben ons uiterste best gedaan om er een einde aan te maken. We hopen dat we in onze regio betere tijden tegemoet gaan en misschien is het de opening naar een nieuw tijdperk voor meer mensen over de hele wereld. Het plaatsen van de Stolpersteine doet ons de mensen herdenken die vermoord zijn. Het zou ook bij ons een alarmbel moeten doen rinkelen om niet stil toe te kijken, maar ons luid uit te spreken tegen het kwaad.
Mira Smoli, Israël
Biografie, opgesteld door Barbera Bikker
Rozetta Cohen (Dordrecht, 31-8-1897) was de oudste dochter in het gezin van Jozeph Cohen en Bruintje van Geuns. Rozetta’s ouders trouwden op 15 november 1896[1] in Groningen, waar haar moeder vandaan kwam. Jozeph was operazanger en metaalhandelaar.
Moeder Bruintje was op 5 september 1864 geboren in Groningen, haar vader was koopman. Toen ze met Jozeph trouwde was ze 32 jaar oud. Vader Jozeph was als oudste zoon geboren op 19 juni 1871 in Dordrecht, ook in een koopmansgezin. Zowel Jozeph als Bruintje groeiden op in een groot gezin met veel kinderen.
Samen kregen Jozeph en Bruintje vier kinderen waarvan Rozetta dus de oudste was. Rozetta werd vernoemd naar de moeder van Jozeph. Johanna was de tweede dochter (24-11-1898) en de tweelingkinderen Cornelia Jacoba en Meijer Michiel werden in 1900 geboren (30-08-1900). Johanna werd in Amsterdam geboren, de andere kinderen werden in Dordrecht geboren. Jozeph had vanaf 1892 enkele jaren in Amsterdam gewoond en na hun huwelijk woonden Jozeph en Bruintje er ook nog even samen tot mei 1897 en daarna nog een periode van augustus 1898 tot en met voorjaar 1899[2].
Naast operazanger was Jozeph ook metaalhandelaar en hij richtte zijn eigen firma op in 1920, metaalhandel Jos. Cohen. Op de website stolpersteine-dordrecht.nl[3] is van alles over de familie Cohen te lezen, onder andere ook over de broer van Rozetta die later het bedrijf van vader overnam. Jozeph was in Dordrecht ook de leider van het Italiaanse Operacomité.
Jozeph overleed op 19 juli 1931, hij was 60 jaar oud en Rozetta was toen 33 jaar oud. In het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 31 juli 1931 wordt uitgebreid en lovend over Jozeph geschreven[4]. Ook bij de niet-joodse bevolking was hij een zeer geachte persoonlijkheid, aldus dit artikel. Over zijn grafsteen is een uitleg te vinden op het stenen archief[5]. Ruim twee jaar na Jozephs dood overleed Bruintje, op 21 december 1933. Ze werd naast haar man begraven[6].
Rozetta was inmiddels 36 jaar oud. Er is over haar niet zoveel bekend. Ze werd in 1935 dienstbode in Leiden, aan de Hoge Rijndijk 26. Daarvoor was ze hulp in de huishouding geweest in Dordrecht aan St. Jorisweg 30. Ze verhuisde in de zomer van 1935 naar Leiden[7]. In 1932 staat ze als tante Rosi met haar kleine nichtje Betty samen op een prachtige foto[8], gemaakt door fotograaf H.G. Beerman.
Op de kaart van de Joodse Cartotheek staat ‘huishoudster’ vermeld als (vroegere) werkkring. Er is met pen op de kaart toegevoegd dat ze naaister was bij het Joodse Weeshuis in Leiden. En er staat een vermelding ‘verz. van dooden’. Dit betekent dat zij als vrijwilliger betrokken was bij het verzorgen van lijken en bij begrafenissen.[9]
Er was in Leiden een begrafenisvereniging, Gemieloes Chasodiem Oewikoer Chouliem, behorend bij de Joodse gemeente. Een groot deel van de Joodse gemeenschap was lid van deze vereniging. In 1939 waren er ruim 150 leden. De heer Marsman was een actief lid, en in het archief .[10] is een briefje van hem te vinden, waarin we iets persoonlijks lezen over Rozetta. Marsman schrijft: “Mej. Cohen, die bij mij inwoont, wilde voorheen in Dordrecht, als de tijd daar is, begraven worden, en is lid gebleven van de gemeente Dordt […] tot 1 juli 1939. Haar broer in Dordrecht betaalde de contributie. Nu is door een kleine onenigheid de broer opgehouden met betalen en stuurde de kwitantie naar hier.” Marsman had Rozetta vervolgens aangeraden om in Leiden lid te worden, maar toen kreeg ze een rekening van 16 gulden, 4 gulden voor elk jaar dat ze in Leiden had gewoond maar geen lid was geweest. In het geciteerde briefje houdt Marsman een pleidooi voor Rozetta, en ze hoeft uiteindelijk alleen de helft te betalen. Een paar zinnetjes in een brief, maar ze betekenen veel: Rozetta verbond zich aan Leiden en aan de Joodse gemeenschap hier. En zij verzorgde hen die gingen sterven of gestorven waren.
Rozetta werd met de grote razzia in Leiden op 17 maart 1943, toen ook het Joodse Weeshuis werd ontruimd, gedeporteerd naar Westerbork. Ze werd met de grote groep kinderen en begeleiders op 23 maart gedeporteerd richting Sobibor waar zij op 26 maart 1943 werd vermoord. Ze werd 45 jaar oud.
Haar jongere zussen en broer overleefden de oorlog.
Bronnen:
[1] https://www.openarchieven.nl/gra:5d262005-9d7a-cf41-611d-79c1d9cefc30/nl
[2] https://archief.amsterdam/indexen/deeds/e6f0c7f9-892c-48d9-ac56-fe1ce07e7abc
[3] https://stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_Meijer_Michiel_Cohen.html en https://www.stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_foto_beerman_13.html
[4] https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874711:mpeg21:p012 en https://proxy.archieven.nl/46/C93ED1F6E62742069F278326A51E7656
[5] https://www.stenenarchief.nl/hsa_all/hsa_view.php?editid1=11016
[6] https://www.stenenarchief.nl/hsa_all/hsa_view.php?editid1=11017
[7] Leidsche Courant 9 juli 1935 – https://leiden.courant.nu/issue/LC/1935-07-09/edition/0/page/3?query=%22r.%20cohen%22&period=1930-1945&sort=relevance
[8] https://beeldbank.regionaalarchiefdordrecht.nl/search/detail/id/EA45AA22110984F00A320F6243C712BF/showbrowse
[9] https://collections.arolsen-archives.org/de/document/130273793
[10] https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/archieven/archievenoverzicht/details/0021 Met dank aan Leo Levie met de hulp welke deel in het archief van de Joodse gemeente betrekking had op begrafenissen.

Rozetta Cohen met nichtje Betty, 1932.

Jozeph en Bruintje Cohen, 1930. (Collectie H.G. Beerman, Regionaal Archief Dordrecht,
Foto’s van het gezin Cohen:
1 https://stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_Meijer_Michiel_Cohen.html
2 https://www.stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_foto_beerman_13.html
3 https://blokland.dordtenazoeker.nl/joodse_families_03b.htm

Joodsmonument.nl: Rozetta Cohen
Leiden4045: Rozetta Cohen
Verslag plaatsing: 5 november 2025 plaatsing Stolpersteine in Leiden
De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Lorentzschool in Leiden, de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.
