Stolpersteine
volgende stenen
Inhoud van deze pagina:
Plaatsing Stolpersteine 5 november 2025
Op 5 november 2025 werden twee Stolpersteine geplaatst bij Verdamstraat 42.
Ida Cahen-Cahen, geboren 31 augustus 1873 te Leiden, gevlucht in de dood 16 december 1941 te Leiden
Amalia Sophia Cahen, geboren 7 augustus 1905 te Leiden, gedeporteerd 18 mei 1943 vanuit Westerbork naar Sobibor, vermoord 21 mei 1943 te Sobibor

De Stolpersteine voor Ida Cahen-Cahen en Amalia Sophia Cahen

Ida Cahen-Cahen (bron: familie Cahen)
Er is geen foto van Amalia.
De plechtigheid bij Verdamstraat 42

De steen voor Ida Cahen-Cahen werd geplaatst door haar kleindochter Ida Cahen.

De steen voor Amalia Sophia Cahen werd geplaatst door haar achternichtje Macky Hupkes

Kleindochter Ida Cahen houdt de toespraak.
Goedemiddag allemaal,
Mijn naam is Ida Cahen. Ik ben in Leiden geboren, zes jaar na het einde van de oorlog, en ik ga u wat vertellen over mijn oma Ida Cahen en mijn tante Amalia Sophia Cahen. Voor beiden wordt hier een steen gelegd.
Ida Cahen is geboren op 31 augustus 1873 in Leiden. Haar ouders Michael Cahen en Amalia Kaufmann kwamen oorspronkelijk uit Duitsland, uit Lechenich en Keulen en hadden hier in Leiden een confectiewinkel in de Maarsmansteeg 72-73. Op dat adres woonden ze ook en Ida was het derde kind van de 8 en is daar ook geboren.

In 1876 verhuisden ze naar de Nieuwe Rijn 32, op nr. 38 hadden ze een nieuwe confectiezaak, evenals in de Maarsmansteeg 2. Later kwam er nog een nieuwe zaak bij in de Breestraat 86.
Van Ida is tot nu toe niets bekend wat betreft haar schoolgaan, waarschijnlijk is ze gaan werken in één van de zaken van haar ouders, maar we weten het niet zeker.
Op 15 oktober 1896 trouwt ze met haar neef Albert Theodoor Cahen, mijn opa. Hij was ook een zoon uit een familie die oorspronkelijk uit Duitsland, Lechenich kwam en die zich in Leiden had gevestigd. Ook deze uitgebreide familie zat ondermeer in de confectiebranche en mijn opa werkte daarin samen met Herman Wolff Cahen, de broer van Ida. Behalve in Leiden waren er ook nog confectiezaken in Breda en Bergen op Zoom en een kledingmakerij op de Nieuwe Rijn 32. Later ontstond er een vennootschap met de moeder van Ida na het overlijden van haar vader. Kortom, de families waren zakelijk en persoonlijk met elkaar verweven.

Albert Theodoor Cahen
Mijn opa en oma woonden eerst op de Nieuwe Rijn 32, maar verhuisden daarna naar de Breestraat 71. Naast zijn werk wordt Albert op 12 november 1906 aangesteld als lid van het dagelijks bestuur in het college van regenten van het centraal Israelisch kinderwees- en doorgangshuis, daar werd hij ook penningmeester in 1908. Uit het huwelijk van Albert en Ida worden 2 zonen geboren, mijn vader Jacob Willem in 1898, mijn oom Michael Oscar in 1901 en in 1905 een dochter, mijn tante Amalia Sophia. In 1929 verhuizen ze naar de Witte Singel 50. samen met zoon Jacob en dochter Amalia. Zoon Michael is dan inmiddels getrouwd en is in Amsterdam gaan wonen. In 1939 verhuist Jacob naar het adres waar we nu staan, de Verdamstraat 42 en na het overlijden van Albert Theodoor in 1939 verhuizen ook Ida en Amalia hier naar toe. Dan overlijdt Ida op 16 december 1941.
————————————————————————————————-
Bijna alles wat ik tot nu toe heb verteld weet ik door archiefonderzoek, zowel van mijzelf als van Leonard Kasteleijn en Ans Meijlink.
Omdat mijn vader op vrij jonge leeftijd is overleden – ik was toen net 5 jaar – ben ik zonder zijn verhalen over de familie Cahen opgegroeid. Slechts heel vaag wist ik dat er iets was geweest met een zieke zus. Ook mijn moeder praatte er met mij niet over. Sowieso werd er bij ons thuis nauwelijks over de oorlog gepraat: te moeilijk, te pijnlijk.
Lang heb ik dan ook niet van het bestaan van Amalia geweten. Totdat ik na het overlijden van mijn moeder tussen haar spullen een briefje vond, een kort afscheidsbriefje van mijn oma Ida Cahen, geschreven in 1941, het jaar waarin de ene na de andere maatregel tegen de joodse bevolking werd ingevoerd. Het briefje dateert van 14 december, de dag waarop mijn oma Ida in deze woning aan de Verdamstraat een zelfmoordpoging doet. Twee dagen later overlijdt zij daaraan in het ziekenhuis.
Het briefje is gericht aan mijn vader Jacob Cahen en zij zegt daar o.a. in: “Ik kan niet meer er tegen op… Zorg zo goed mogelijk voor Zus”.
Mijn vader had dus een zus. Het stond daar zwart op wit.
Dit briefje van mijn oma heeft bij bij mij op een zeker moment een zoektocht in werking gezet om te achterhalen wie Zus was. De kale gegevens zoals naam, geboorte- en sterftdatum werden al snel duidelijk. Maar om me een beeld van haar bestaan te kunnen vormen, dat bleek een stuk moeilijker.
Gelukkig kwam ik meer te weten door de enorme hulp van Leonard Kasteleyn, schrijver van het boek: “Vervolging en bescherming, joden in Leiden 1933-1945”. Zo vernam ik door zijn speurwerk iets over haar jeugdjaren in Leiden, waar zij de HBS opleiding heeft gedaan, pianolessen aan een muziekschooltje volgde en apothekersassistente is geworden. Maar ook over de vele korte en langere opnames in sanatorium Rhijngeest en in Endegeest, de kliniek voor krankzinnigen, zoals het toen nog genoemd werd.
Leonard Kasteleyn wees me ook op het Leids Jaarboekje 2006 waarin het onderzoek van Cecile aan de Stegge is gepubliceerd, over Rhijngeest en Endegeest. Dat was voor mij een zeer verhelderend onderzoek. Verhelderend én verbijsterend: Over hoe joodse patiënten,waaronder Amalia, in de vroege ochtend van 13 mei 1943 geruisloos werden verwijderd, gedeporteerd. Over de toedracht die eraan vooraf ging én over de verantwoording die betrokkenen na de oorlog hierover moesten afleggen.
Op advies van Leonard Kasteleyn heb ik in 2012 een aanvraag ingediend bij het Regionaal Archief Leiden, waar het archief van Endegeest wordt bewaard. Ik heb toen toestemming gekregen om het dossier van Amalia in te zien. Dat heeft me wat inzicht gegeven in haar ziekteverloop met de talloze opnames en verlofperioden en waarbij Amalia bij een van de latere opnames een relatie legt tussen haar problemen en de steeds dreigender situatie in oorlogstijd.
In de jaren ‘42 en ‘43 worden de aantekeningen steeds korter tot er bijna niets meer wordt vermeld. Haar dossier eindigt in mei 1943 met de woorden: “Overgebracht naar Westerbork in Drenthe. Niet hersteld ontslagen”. Overgebracht…ontslagen…hoe versluierend kunnen woorden zijn.
Na mijn onderzoek in de archieven ben ik gestopt met mijn zoektocht naar Amalia. Ik heb helaas nooit een foto van haar kunnen achterhalen. Wél heb ik enigszins een beeld gekregen van haar zo korte en moeilijke leven. Hierdoor is zij voor mij en mijn naasten, en nu ook voor u, meer geworden dan alleen een naam met geboorte- en sterfdatum.
De broers van Amalia, mijn vader Jacob en mijn oom Michael hebben de oorlog overleefd, waardoor ik en Macky, kleinkind van Michael, hier bij de steenlegging kunnen zijn en dit verhaal met u kunnen delen.

Ida Cahen-Cahen
(zie toespraak)
Foto’s

Veel belangstelling bij Verdamstraat 42.

Voor de plaatsing
Joodsmonument.nl: Ida Cahen-Cahen en Amalia Sophia Cahen
Leiden4045:Amalia Sophia Cahen
Verslag plaatsing: 5 november 2025 plaatsing Stolpersteine in Leiden
De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Lorentzschool in Leiden, de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.
