Stolpersteine
volgende stenen
Inhoud van deze pagina:
Plaatsing Stolpersteine 26 maart 2025
Op 26 maart 2025 werden drie Stolpersteine geplaatst bij De Sitterlaan 90 voor:
Martin Nathansohn, geboren 26 mei 1874 te Gross Rhüden, gedeporteerd 18 september 1942 van Westerbork naar Auschwitz, vermoord 21 september 1942 te Auschwitz.
Alice Frieda Nathansohn-Friedberg, geboren 1 december 1880 te Gifhorn, gedeporteerd 18 september 1942 van Westerbork naar Auschwitz, vermoord 21 september 1942 te Auschwitz.
Fritz Nathansohn, geboren 28 mei 1909 te Hannover, gedeporteerd 30 maart 1943 van Westerbork naar Sobibor, vermoord 2 april 1943 te Sobibor.
De Stolpersteine voor Martin Nathansohn, Alice Frieda Nathansohn-Friedberg en Fritz Nathansohn
Martin en Alice Frieda Nathansohn-Friedberg, foto privébezit van familie Nathansohn
Fritz Nathansohn, foto: beeldbank Erfgoed Leiden
De plechtigheid bij De Sitterlaan 90 op 26 maart 2025.
De steen voor Martin wordt geplaatst door Emanuel Frankenberg, hij is een achterachterkleinzoon.
De steen voor Alice wordt geplaatst door Leanne Frankenberg en Katinka Lelivelt, beiden achterachterkleindochters van Alice en Martin Nathansohn.
De steen voor Fritz wordt geplaatst door Annelies van der Sluys en haar kleindochter Nadine, Frits was de oom van Annelies.
Wout en Hennie bevestigen de Stolpersteine met cement.
Annelies legt een bloem bij de geplaatste stenen.
Hans Frankenberg houdt de toespraak.
Na de toespraak van Hans spreekt Annelies haar dank en waardering uit aan de organisatie.
Bloemen en steentjes bij de Stolpersteine voor Martin, Alice en Fritz Nathansohn.
Toespraak gehouden door Hans Frankenberg, achterkleinzoon
In dit huis woonden Martin, Alice en Fritz Nathansohn, mijn overgrootouders en oud-oom. Gevlucht uit Duitsland, woonde Fritz hier sinds 1935 en Martin en Alice sinds maart 1939. In dit huis ben jij, Annelies, in die tijd geweest met je ouders en met je broer, mijn vader. Je hebt Apappa en Amamma, zoals jullie hun noemden en Oom of Onkel Fritz, hier gezien en ik stel me voor dat zij blij waren als jullie op bezoek kwamen, blij om hun jonge kleinkinderen, neefje en nichtje te zien. Het is vreemd ook hieraan te denken op deze plaats omdat de tijd die daarna kwam altijd zo nadrukkelijk op de voorgrond staat.
Maar ook die goede tijd is er geweest, ook al was het niet lang. Jij, Annelies, herinnert je vooral Fritz, met z’n achterover gekamde haar. Mijn vader, 2 jaar ouder dan jij, had iets meer herinneringen, b.v. hoe hij hand in hand liep met Amamma in Hannover en hoe Apappa daar elke ochtend “frische Brötchen” haalde. Het zijn liefdevolle herinneringen, ook aan bezoekjes en logeerpartijen hier in Leiden en later in Utrecht.
Want daar moesten Martin en Alice heen van de nazi’s, ruim een jaar na hun komst naar Leiden om aan diezelfde nazi’s te ontkomen. In maart ‘42 moesten ze vervolgens weg uit Utrecht, nu naar het getto in Amsterdam. Ook daar zijn jullie volgens mijn vader nog geweest.
In onze familie doen verhalen de ronde over het optimisme van Martin en Alice. Uit deze verhalen komt een beeld naar voren dat Martin en Alice de kunst verstonden om van het leven iets te maken. Tot aan de machtsovername van Hitler lukte hun dat relatief eenvoudig in Hannover, waar ze zich dankzij hun welstand van alles konden permitteren, zoals reisjes naar kuuroorden. Maar zij konden het eveneens toen de omstandigheden minder waren, ook materieel. Ze waren tevreden in Leiden, hadden hier in korte tijd weer een nieuwe kennissenkring, waaronder Bella en Rudolf Breslauer, voor wie straks nog stenen gelegd worden. En ook na de gedwongen verhuizing naar Utrecht konden ze zeggen:, “Wat wonen we hier weer heerlijk”.
Fritz lijkt een vergelijkbare instelling te hebben gehad; in een brief die hij ontving uit kamp Westerbork staat tenminste: “Behalten Sie Ihren bekannten Optimismus“.
Mogelijk is dit optimisme ook de reden geweest dat zij niet onderdoken. Bekend is dat Martin en Alice gezegd hebben: “Ons oude mensen zullen ze niets doen”; dit ondanks hun ervaringen in Duitsland, o.a. tijdens de Kristallnacht.
Half september 1942 is het Joodse pension in Amsterdam, waar Martin en Alice verbleven, leeggehaald en alle bewoners zijn op transport gezet naar Westerbork. Uit enkele brieven die vanuit het kamp aan Fritz gestuurd zijn, blijkt hoe zeer andere kampbewoners zich om Martin en Alice bekommerd hebben, waaronder Bella en Rudolf Breslauer. Als duidelijk is, dat Martin en Alice al de volgende dag door moeten naar Auschwitz, proberen diverse mensen uitstel te regelen, o.a. op medische gronden vanwege de hoge bloeddruk van Alice, “aber”, zo staat in een brief “derartige Krankheiten sind momentan kein Grund diese Reise nicht anzutreten”.
Bella en Rudolf delen zelfs nog hun lunch en avondeten met Martin en Alice, zodat ze voldoende eten overhouden voor hun reis. En ’s avonds zit Rudolf bij Alice aan bed en praat met haar.
Kennelijk is Fritz op de hoogte gebracht dat zijn ouders zijn opgepakt en weet hij nog bagage te sturen; eten, waaronder fruit, komt te laat. De bagage arriveert net op tijd, vlak voor het vertrek van Martin en Alice. Beschreven wordt hoe zij tot de rand van het kamp begeleid worden door anderen die hun bagage dragen. Van daaraf moeten ze zelf de laatste 5 km lopen tot aan station Hooghalen.
Het raakt mij diep hoezeer deze lotgenoten geprobeerd hebben de laatste uren van Martin en Alice in Nederland te verzachten, wetende dat de meesten van hen, zo niet allen, later zelf afgevoerd en vermoord zouden worden.
Martin schrijft ook aan Fritz, een kort briefje, nauwelijks leesbaar. Het begint met „Lieber Fritz, das Schicksal hat uns erreicht“ en eindigt even later met „Lebe wohl, auf gesundes Wiedersehen, lieber Fritz. Herzliche Grüße und Küsse, Mutter und Vater“.
Het is het laatste wat Fritz van hen zal horen. Of hij heeft overwogen zelf onder te duiken, is niet bekend. Een half jaar na zijn ouders wordt hij hier, op dit adres, opgepakt, via Westerbork afgevoerd naar Sobibor en daar vermoord.
Biografie van Martin Nathansohn, zijn vrouw Alice Frieda Friedberg en hun zoon Fritz Nathansohn, opgesteld door Hans Frankenberg
Martin Nathansohn werd geboren op 26 mei 1874 in Gross Rhüden Hij groeide op in het gezin van Nathan Nathansohn en Berta Winckler. Hij had 2 zussen: Meta en Rosa. Meta is geboren in 1872 en overleden in 1944 in Theresienstadt. Rosa, geboren in 1864, vertrok in 1890 naar Amerika en is in 1944 in Manhattan overleden.
Martin Nathansohn, foto privébezit van familie Nathansohn
Alice Frieda Friedberg werd geboren op 1 december 1880 in Gifhorn, in het gezin van de koopman Julius Friedberg en Elise Bachrach. Alice had 2 broertjes, Henri, geboren in 1882, en Paul Naftali, geboren in 1885. Beide zijn op heel jonge leeftijd overleden.
Martin en Alice Frieda trouwden op 23 mei 1905 in Hannover. Ze kregen op 7 maart 1906 een dochter, Ilse Ida Berta, en op 28 mei 1909 een zoon, Fritz. Ilse trouwde in 1930 met Paul Frankenberg en verhuisde naar Den Haag waar Paul al woonde. Ze zouden later het toevluchtsoord worden voor Martin, Alice en Fritz, na hun vertrek uit Duitsland.
Martin en Alice Frieda, hun zoon Fritz en de moeder van Alice, foto privébezit van familie Nathansohn
Martin was van beroep bankier. Samen met Jakob Stern was hij eigenaar van de bank Nathansohn & Stern. De machtsovername van Hitler in 1933 leidde na de Kristallnacht tot de gedwongen liquidatie van de bank Nathansohn & Stern.
Tijdens de Kristallnacht zijn bij Martin en Alice acht SS’ers binnengevallen die hun huis volledig vernield hebben. Martin is die nacht meegenomen door de SS en heeft van 11-11-1938 tot 21-11-1938 in het concentratiekamp Buchenwald gezeten. Over zijn ervaringen daar is niets bekend.
Vervolgens zijn Martin en Alice naar Nederland gevlucht, maar niet nadat ze met hun laatste geld de verplichte “Reichsflucht-steuer” aan de Duitse nazi-staat hadden betaald.
Martin en Alice Nathansohn, foto privébezit van familie Nathansohn
Op 15 maart 1939 meldden Martin en Alice zich bij de Leidse vreemdelingendienst. Zij woonden de eerste tijd bij hun zoon Fritz. Als stateloze niet-ariërs werd de kuststrook voor hen in september 1940 verboden terrein en ze verhuisden naar de Stadhouderslaan 85 in Utrecht en later naar Amsterdam. Daar verbleven ze in het Heinzehuis, een Joods pension aan de Heinzestraat 15.
Op 16 september 1942 zijn alle inwoners van het Heinzehuis opgepakt, waaronder ook Martin en Alice. De volgende dag zijn ze in Westerbork geregistreerd en weer een dag later op transport gegaan naar Auschwitz. Hier zijn ze meteen na aankomst op 21 september vermoord. Martin was 68 jaar en Alice 61 jaar oud.
Fritz, foto privébezit van familie Nathansohn
Zoon Fritz is geboren in Hannover op 28 mei 1909 en heeft daar op het Goethe-gymnasium gezeten. Vanaf juli 1925 staat hij in Hildesheim ingeschreven waar hij bij Bankhaus Plaut in de leer is geweest. Vanuit Hildesheim is hij naar Hamburg gegaan om in een export-bedrijf te werken. Daarna heeft hij een jaar in Engeland en een jaar in Frankrijk gewerkt; dit alles als voorbereiding om in het bedrijf van zijn vader Martin te kunnen instappen.
In september 1930 laat hij zich, komende vanuit Parijs, opnieuw in Hannover inschrijven tot juli 1933, kort na de machtsovername van de nazi’s. Op die datum is hij weer naar Frankrijk vertrokken, waar hij met een vriend een groothandel in lampen probeert op te zetten. In juli 1935 is hij vanuit Parijs naar Den Haag gegaan en in oktober ging hij wonen op de Witte Singel 9 in Leiden.
Hij werd eind 1935 beherend vennoot van de nieuwe winkel Wifrana aan de Breestraat 107 in Leiden, een zaak in tafel-, leder-, sport-, luxe- en patentartikelen, tassen, toilet- en reisartikelen. Fritz bleef tot maart 1941 eigenaar, waarna de winkel in 1942 door de Duitsers werd geconfisqueerd. Na de oorlog werd de winkel door Ilse, de zus van Fritz, voortgezet en bleef bestaan tot 1965.
In 1939 verhuisde Fritz naar de Sitterlaan 90. Alle inwoners zijn op 17 maart 1943 opgepakt en tussen 18.30 en 19.00 uur richting Kamp Westerbork vertrokken. Op 30 maart 1943 gaat Fritz op transport naar Sobibor, alwaar hij op 2 april 1943 is vermoord. Hij is dan 33 jaar oud.
Fritz, foto: beeldbank Erfgoed Leiden
Joodsmonument.nl: Martin Nathansohn, Alice Frieda Nathansohn-Friedberg en Fritz Nathansohn
Leiden4045: Martin en Alice Nathansohn en Fritz Nathansohn
Verslag plaatsing: 26 maart 2025 plaatsing Stolpersteine in Leiden
De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Lorentzschool in Leiden, de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.