Toespraak bijeenkomst Stolpersteine 18 juni 2025

Klik hier naar het verslag over 18 juni 2025

Toespraak Pieter Schrijnen, ter gelegenheid van de Stolpersteine op 18 juni 2025 in Leiden

 

Goedemiddag,

Graag heet ik u allen welkom in deze Lorentzschool. We zijn dankbaar voor de gastvrijheid die we hier mogen ontvangen.

Een speciaal welkom voor de familie en bekenden van Henny Feniger, Mirjam en Cornelia Frenkel en Henny Slier. We moeten ook onder ogen zien dat zoveel mensen hier ook niet zijn. Van Mietje Gobes, Gretha Goldenberg en Bertha Goudsmit is het grootste deel van de familie niet meer teruggekomen, zoals dat eufemistisch werd genoemd. Welkom, Hennie en Wout en dank aan de gemeente Leiden voor de steun. 

Mijn naam is Pieter Schrijnen, ik sta hier namens de Werkgroep die het plaatsen van de Stolpersteine in Leiden organiseert. 

Dit is vanmiddag het programma: Ik mag u nu toespreken. Dan is er even tijd voor een toiletgang e.d. Dan lopen we samen naar het Weeshuis, pakweg 10 minuten lopen hier vandaan. Daar plaatsen we zeven stenen voor de kinderen en de verzorgers die we vandaag gedenken. Op een paar momenten zal Hugo Broos de ceremonie met zijn muziek ondersteunen. We eindigen de plechtigheid met het Kaddish voor elk van hen. Joop Waterman zal dat uitspreken. Daarna kunnen we in de tuin van het Weeshuis nog even bij elkaar komen. 

We zijn hier bij elkaar om zeven Stolpersteine te plaatsen. We leggen ze voor de kinderen die in het mooie Joodse weeshuis gastvrij ontvangen zijn. En voor de volwassenen die in dit Weeshuis werkten om voor de jonge kinderen te zorgen. Het Weeshuis heet Machseh LajesoumimToevlucht voor het Kind. Het had een veilige plek moeten zijn, maar zo mocht het niet zijn. 

Vandaag noemen we hun namen: Hendrina, Marianne en haar zus Cornelia, Mietje, Gretha, Bertha en Henriette.

Zij werden geboren in Amsterdam, Rotterdam of Den Haag. Gewone Nederlandse mensen. Ze werden slechts 13 jaar oud, 20 jaar, 18 jaar, 43 jaar, 7 jaar, 18 jaar en niet meer dan 12 jaar oud. Ze zijn allen gestorven, vermoord in Sobibor. Het went nooit om dat te moeten zeggen.

Ik nodig jullie uit om straks te luisteren. Waar we dadelijk de Stolpersteine plaatsen, daar hebben vroeger kinderstemmen geklonken. Daar werd gelachen, gekletst, gezongen en gehuild. Daar huppelden de jongens en meisjes, daar hadden ze hun ruzietjes en hun vriendschappen. De verzorgers riepen hen om te komen eten. En nu is het stil. Deze stilte verbergt de rauwe werkelijkheid. Deze stilte laat ook niet horen wat de kinderen en hun begeleiders hebben gevoeld toen ze hier werden weggevoerd. Deze stilte is oorverdovend.

Mijn oude buurman hier in Leiden kwam uit een Amsterdamse volksbuurt. Hij had gezien hoe langzamerhand al zijn Joodse vriendjes en vriendinnetjes en hun ouders werden weggevoerd. De straat werd stil, de mensen om hem heen waren stilgevallen. Niemand durfde of kon iets laten horen. Na de oorlog is hij er nooit meer teruggekomen. Hij kon die stilte niet aan. 

Nu, in 2025, kunnen wij in vrijheid bijeen komen om wel te spreken. Wij hoeven niet stil te zijn. We spreken over wat tachtig jaar geleden hier, in deze stad is gebeurd. We luisteren naar de levensverhalen van onze stadsgenoten. Naar de eerst nog vrolijke, hoopvolle stemmen van deze mensen. En naar het lot dat zij moesten ondergaan. We kunnen ook de verantwoordelijkheid op ons nemen om dit nooit meer te laten gebeuren. Wij kunnen spreken. 

‘Vrijheid is een werkwoord’. Dat vertelde de dit jaar overleden Dieuwertje Blok aan kinderen op haar lessen op verschillende scholen. In haar woorden: ‘Vrijheid brengt verantwoordelijkheid met zich mee. Ieder mens, ieder gezin, ieder kind heeft een eigen geschiedenis, een eigen gezicht, en eigen gedachten. Gun elkaar dan ook de vrijheid, de ruimte om anders te zijn, om anders te denken dan jij. Laten we minder bang zijn voor elkaar, en elkaar de vrijheid geven om onze eigen keuzes te maken.’

Dit Weeshuis was een hoopvolle, liefdevolle plek. Er woonden weeskinderen of kinderen van ouders in moeilijkheden, uit Nederland maar ook uit Duitsland. De jongens en meisjes kregen hier een optimistische opvoeding, geworteld in de Joodse tradities. Ze hadden vrijheid, ze mochten buiten spelen, hun vriendjes waren welkom, ze kregen zakgeld. Al hun verschillende  stemmen mochten klinken. Als wij straks bij het Weeshuis de kinderen en volwassenen gedenken, dan is dat ook een oproep om dat optimisme voort te zetten. Een oproep om juist niet stil te zijn als in onze tijd mensen worden uitgesloten, als er onderscheid wordt gemaakt tussen mensen om wie ze zijn, om welk geloof ze volgen, om waar ze vandaan komen. 

Daarvoor hebben we elkaar nodig. In de Tweede Wereldoorlog was dat levensgevaarlijk. Ook nu vraagt dat moed. Laten we elkaar daarbij helpen.

Dat maakt het gedenken van Hendrina, Marianne, Cornelia, Mietje, Gretha, Bertha en Henriette extra waardevol.

Klik hier naar het verslag over 18 juni 2025