Ga naar de pagina met het verslag van de plaatsing.
Toespraak Pieter Schrijnen, voorzitter werkgroep
Graag heet ik u allen welkom. Ik ben Pieter Schrijnen, voorzitter van de werkgroep die de plaatsing van de Stolpersteine in Leiden organiseert. Ik spreek u kort toe, daarna zal wethouder Ashley North ook zijn gedachten met ons delen. Ook enkele leerlingen van het Stedelijk Gymnasium zullen kort iets vertellen. Zij zullen ons vanmiddag ook helpen met het plaatsen van de stenen. Dank weer aan de Lorentzschool voor de gastvrijheid.
Welkom aan alle gasten, familie, verwanten van de mensen voor wie we vanmiddag een Stolperstein plaatsen.
Welkom aan de mensen die nu in de huizen wonen waar we vandaag langs zullen gaan: aan de Hoge Rijndijk, de Kernstraat en de Verdamstraat. Dank aan de sponsoren. Dank allen voor jullie betrokkenheid bij dit stukje geschiedenis van onze stad.
Er zijn ook mensen niet. Van sommige mensen voor wie we een steen plaatsen zijn er misschien nog heel verre verwanten, of is er niemand meer. Zoveel familieleden mochten de Tweede Wereldoorlog niet overleven. Toch vertellen we ook hun geschiedenis. We werpen een klein licht op hun leven. We mogen hen niet vergeten.
Ik zeg geschiedenis, maar de verhalen die we vandaag zullen horen, over gewone Leidse mensen, studenten, een slager, een moeder, een hulp in de huishouding, een leraar, een cartoonist. Wat hen is overkómen, die geschiedenis lijkt zich te herhalen. Deze mensen wilden hier graag een goed leven leiden. In de Tweede Wereldoorlog zijn ze echter gediscrimineerd, steeds meer gecriminaliseerd; ze kregen de schuld van alles. Ze werden uitgesloten en uiteindelijk werd hun menselijkheid ontkend en zijn ze vermoord of gevlucht in de dood. We plaatsen deze Stolpersteine ook om er van te leren, om ons bewust te zijn van de opgave nu, om hier een inclusieve samenleving te maken voor ons allen.
We noemen vandaag de namen:
Rozetta Cohen, naaister en hulp in de huishouding, 46 jaar oud.
Samuel Wolf Marsman, slager op de hoek Haarlemmerstraat en Havenplein, 69 jaar oud; en Clara Marsman-Sitters, huisvrouw, moeder, hulp in de winkel, 60 jaar oud.
Hartog Brander, leraar geschiedenis, 28 jaar oud.
Bernard Leo Sanson, cartoonist, opgepakt op weg naar de tandarts, 27 jaar oud.
Antonie Fontijn, gepensioneerd slager, 82 jaar oud; en Susanna Fontijn-Bosman, zijn vrouw, 70 jaar oud; en hun zoon Alexander Fontijn, journalist, 25 jaar oud.
Ida Cahen, werkzaam in een modezaak, 68 jaar oud; en haar dochter Amalia Sofia Cahen, apothekersassistente, 37 jaar oud.
Vanmiddag zult u meer over hun levens horen.
We komen bij elkaar in een zeer turbulente tijd. Er zijn net als in de dertiger jaren veel luide stemmen, veel grote emoties. De neiging om een kamp te kiezen is groot. De neiging om een ander te veroordelen en uit te sluiten is groot. Dat lijkt helder. Tegelijk sluit elke keuze voor één kamp ook het andere kamp uit. Zo is het toen begonnen. En zo moeten we nu niet weer beginnen. Kun je het met een ander oneens zijn zonder hem of haar tot vijand te maken?
Etty Hillesum kan ons in deze tijden misschien helpen. Bijvoorbeeld met deze uitspraak: “Aan deze wereld, die zo vol wanklanken is, zou men niet de kleinste wanklank mogen toevoegen.” En, even later: ‘En een vrede kan alleen een echte vrede worden, wanneer eerst ieder individu in zichzélf vrede sticht en haat tegen medemensen, van wat voor ras of volk ook, uitroeit en overwint.’ Zij geeft ons een grote, maar zo essentiële opgave.
Wat er in en voor de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, met het discrimineren, uitsluiten, isoleren en uiteindelijk vermoorden van zoveel Joodse mensen, maar ook van de mensen die voor hen opkwamen, verzetsstrijders en mensen die hun hielpen onderduiken – dat begon in een gewone samenleving. Dat begon in gewone buurten en straten, in kroegen en kranten, in steeds radicaler wordende verenigingen en partijen. Veel mensen stonden er bij en keken er naar, in plaats van op te staan en verbinding te zoeken.
Vandaag verbinden wij de levensverhalen van deze mensen in onze stad heel concreet aan de straten waar ze hebben gewoond. Dat doen we samen. We dragen deze ceremonie ook voor de mensen die er niet meer zijn, of die er nu niet bij kunnen zijn. We lopen straks samen naar de adressen van deze mensen. De mannen van de gemeente, Wout en Henny, hebben de plaatsing al goed voorbereid. Op elk adres plaatsen we de stenen en vertelt één van de verwanten of één van ons iets over het leven van deze Leidenaren. Wie wil kan er een steentje of een bloem bij leggen. Bij het laatste adres wordt het kaddish gezegd, een Joods gebed voor de overledenen. Daarna kunnen we voor wie wil nog even hier terug komen om na te praten.
Met deze middag gedenken we het leven van Rozetta, Samuel, Clara, Hartog, Bernard, Antonie, Susanna, Alexander, Ida en Amalia. Zij horen bij deze stad. Laten we hen in onze harten sluiten. En daarmee ook ieder die dreigt uitgesloten te worden.

Pieter Schrijnen
Toespraak Ashley North, wethouder gemeente Leiden
beste nabestaanden, betrokkenen en buurtbewoners,
Vandaag staan we hier samen op een plek die ooit, net als nu, deel uitmaakte van het gewone leven in Leiden. Een buurt vol verhalen, met mensen die woonden, werkten, en kinderen die hier speelden. En toch was dit ook de plek waar, tijdens de bezetting, het gewone leven wreed werd afgebroken.
De namen die we vandaag gedenken: Rozetta Cohen, Samuel en Clara Marsman, Hartog Brander, Bernard Leo Sanson, Antonie, Susanna en Alexander Fontijn, Ida en Amalia Cahen, het waren allemaal mensen van hier.
Mensen met hun eigen dromen, hun talenten, hun liefde, hun toekomst.
Hun levens zijn ons ontnomen, maar met deze Stolpersteine geven we hun namen, hun plek in onze stad, terug.
Deze stenen nodigen ons uit om even stil te staan. Niet om te struikelen, maar om te herinneren. Ze maken zichtbaar dat achter elk getal een mens schuilgaat. Dat geschiedenis niet ver weg is – maar hier, onder onze voeten, in onze straten, in onze stad.
Herdenken is meer dan terugkijken. Het is ook vooruitkijken, en nadenken over hoe wij met elkaar willen samenleven.
Juist in deze tijd, waarin verschillen soms scherp worden neergezet en tegenstellingen snel verharden, is het belangrijk om elkaar te blijven zien als mens.
Dat raakt mij persoonlijk.
Als wethouder mag ik me bezighouden met een stad die ruimte wil bieden aan iedereen, ongeacht afkomst, overtuiging of achtergrond.
En steeds weer besef ik: dat begint niet met beleid, maar met ontmoeting. Met luisteren. Met bereid zijn om de ander echt te zien.
Dat is misschien wel de diepste les van deze stenen – dat we nooit mogen toelaten dat mensen onzichtbaar worden gemaakt.
Laten we daarom, door deze Stolpersteine, niet alleen het verleden vasthouden, maar ook onze toekomst vormgeven.
Een toekomst waarin uitsluiting geen plaats heeft en waarin we blijven kiezen voor menselijkheid, voor verbinding, voor vrede.
Ik dank de werkgroep Stolpersteine en de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden voor hun onvermoeibare inzet en ik dank u allen voor uw aanwezigheid, uw betrokkenheid, en uw herinnering.
Laat deze stenen spreken.
Laat deze namen blijven klinken.
Dank u wel.

Wethouder Ashley North
