vorige naam / volgende naam / namenlijst
Ihno ten Brink
22-09-1932 Lingen (Duitsland)
06-10-1944 Auschwitz
Weeshuisperiode:
02-03-1936 – 09-07-1942
Vader: Abraham Adolf ten Brink, 28-02-1896 Denekamp – 11-3-1935 Denekamp
Moeder: Riekchen Windmüller 30-10-1907 Emden – 06-10-1944 Auschwitz
Stiefvader: Artur Erich Altmann 13-10-1905 Breslau – 23-2-2005 Heerlen
Ihno is op 22 september 1932 geboren in het Duitse plaatsje Lingen. Zijn vader was Abraham Adolf ten Brink, uit Denekamp, 30 kilometer verderop. Zijn moeder, Riekchen Windmüller, is op 30 oktober 1907 in het Duitse Emden geboren. Vader Abraham was op 19 oktober 1915 naar Lingen gekomen als groothandels leerling. Hij ging wonen in de Wilhelmstrasse 45, bij de Joodse familie Cohen. Max Cohen is dan eigenaar van het huid-, bont- en leerbewerkingsbedrijf Max Cohen & Co.
In 1921 werd Abraham zelfstandig veehandelaar. Hij trok toen als onderhuurder in bij het Gasthof zum Lindenhof, Unter den Linden nr. 40. Abraham en Riekchen trouwden op 4 maart 1931. Na hun huwelijk gingen ze wonen in een appartement van boer Gödecke in Lingen aan de Lindenstraße 45. Het huis staat er nog, er zit nu het hotel Altes Landhaus. Later verhuisden ze naar nummer 36 in dezelfde straat. Ihno wordt op 22 september 1932 geboren, vier maanden voor het begin van de nazi-dictatuur.
Ihno was nauwelijks tweeënhalf jaar oud toen zijn vader overleed, in 1935, in Denekamp. Daar wordt hij ook begraven, op een begraafplaats waar veel van zijn familie ook ligt.
Riekchen vertrekt dan met Ihno uit Lingen, naar haar ouderlijk huis in Emden. Maar na een jaar reist ze door naar Nederland, wellicht uit vrees voor de toenemende onveiligheid voor Joden in Duitsland.
Riekchen gaat naar Rotterdam. Ze gaat daar werken als leerling-verpleegster in het Israëlisch ziekenhuis aan de Schietbaanlaan in Rotterdam. Ihno wordt na enkele maanden ondergebracht in het Joods Weeshuis in Leiden. Hij is dan bijna vier jaar oud. Daar komt hij tussen een groep vooral Nederlandse kinderen. Ook verblijven er op dat moment meerdere kinderen met een Duitse achtergrond. Dat zal het voor hem gemakkelijker hebben gemaakt om er zijn draai te vinden.
Er bestaan geen foto’s waarop de kleine Ihno te herkennen is. Uit de foto’s die beschikbaar zijn van het Joods Weeshuis en uit de verslagen over die periode is af te leiden dat de kinderen het er goed hebben.
De verzorgster mevrouw Broeksema met een zestal kinderen, 1938.
Grote kans dat Ihno, in 1938 bijna zes jaar oud, hier bij staat.
In 1940 bezetten de Duitsers het land. Als de niet Nederlandse Joden moeten vertrekken uit de kuststreek wordt Ihno aangemeld bij de vreemdelingenpolitie (september 1940). Omdat zijn vader Nederlander was, geeft zijn moeder voor hem de Nederlandse identiteit op. Niet veel later zullen ze vertrekken naar het – dan nog – vluchtelingenkamp Westerbork. Riekchen gaat er als verpleegster in het ziekenhuis werken. Op 22 september 1941 wordt Ihno ingeschreven bij de Openbare Lagere School in het nabijgelegen Hooghalen. Per 1 september mochten joodse kinderen geen onderwijs meer volgen op niet-joodse scholen dus hij is daar niet naar school geweest. Hij wordt na zijn inschrijving al gelijk weer uitgeschreven. Het meest waarschijnlijke is dat Ihno daarom nog een jaar langer in Leiden blijft omdat hij in Leiden naar de joodse school kon gaan. Op de adreskaart van het Joodse Weeshuis staat vermeld dat hij officieel op 9 juli 1942 is uitgeschreven. Op dat moment zal hij dus bij zijn moeder in Westerbork zijn geweest. Zijn moeder had in Westerbork de Duitse apotheker Erich Arthur Altmann ontmoet. Hij is daar hoofd van de apotheek. Op 7 juli 1942 trouwen ze. Ihno heeft nu een stiefvader.
In diezelfde maand verandert de status van Westerbork: het wordt een Durchgangslager, een doorgangskamp voor het overbrengen van de Joden naar de vernietigingskampen. Ihno, Riekchen en Erich Altmann worden aanvankelijk niet op transport gesteld. Als “Alter Kampinsasse” zijn zij hiervan vrijgesteld. In de periode na 17 maart 1943, de ontruiming van het weeshuis in Leiden, is Ihno dus nog in Westerbork en hij kan de kinderen en begeleiders uit Leiden hebben teruggezien.
Als kamp Westerbork in september 1944 voor het grootste deel wordt ontruimd, moet ook Ihno met zijn ouders op transport. Zij worden op 4 september met het zevende transport vanuit Westerbork naar Theresienstadt weggevoerd. Ihno en zijn moeder en stiefvader blijven slechts enkele weken in Theresienstadt. Op 4 oktober 1944 worden ze verder gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz. Twee dagen later, op 6 oktober 1944, zijn Ihno en zijn moeder daar vermoord. Ihno is dan net 12 jaar oud. Zijn moeder mocht de 37 niet halen.
De stiefvader van Ihno is al op 29 september 1944 naar Auschwitz overgebracht. Hij overleefde dit kamp. Na de oorlog komt hij terug naar Nederland, maar is statenloos. In 1952 is hij tot Nederlander genaturaliseerd door een besluit van de Tweede Kamer. “Tijdens de oorlogsjaren stond verzoeker afwijzend tegenover het regiem van de bezetters,” aldus het besluit.
Op 13 december 2016 zijn voor Riekchen en Ihno twee Stolpersteine geplaatst voor het Altes Landhaus aan de Lindenstrasse in Lingen.
Bronnen:
https://www.stenenarchief.nl/hsa_completed/hsa_completed_view.php?editid1=4014&
https://www.lingen.de/politik-rathaus-service/unsere-stadt/stolpersteine/stolpersteine.html
https://westerborkportretten.nl/westerborkportretten/ihno-tn-brink
https://www.lingen.de/pdf_files/allgemein/wegweiser-zu-den-stolpersteinen_2615_1.pdf
https://alderikvisser.blogspot.com/2025/01/joodse-scholieren-in-en-om-assen-1941.html
https://verdwenen-joodse-scholen.nl/
Foto’s:
Mej. Broeksema met de allerkleinsten, 1938. Het is heel aannemelijk dat Ihno op deze foto staat. Hij was vijf jaar toen deze foto gemaakt werd.
Riecken en Erich, Ihno’s moeder en zijn stiefvader.
Lingen, Lindenstrasse 45
Grafsteen Abraham ten Brink
Voor Riekchen en Ihno werden twee Stolpersteine geplaatst voor het Altes Landhaus aan de Lindenstrasse in Lingen.
De Stolpersteine voor Ihno en zijn moeder.
Joodsmonument.nl: Ihno ten Brink