Rijnsburgerweg 144 – Gonda van Dam

Stolpersteine
volgende stenen

Inhoud van deze pagina:

  • Plaatsing Stolperstein 11 januari 2023
  • Toespraak bij deze plaatsing
  • Biografie
  • Links

 

Plaatsing Stolperstein 11 januari 2023

Op 11 januari 2023 werd een Stolperstein geplaatst bij Rijnsburgerweg 144 voor:

Gonda van Dam, geboren op 8 november 1883 te Leiden, gedeporteerd uit Westerbork op 27 april 1943, vermoord op 30 april 1943 te Sobibor. 

 

 

Gonda van Dam

 

Toespraak gehouden bij de plaatsing door Marijke Smit-van Dam

Namens de familie wil ik graag wat vertellen over Gonda van Dam.

Zij was de tante van mijn oma. Zelf is ze altijd ongetrouwd gebleven en had geen kinderen.

Mijn oma was trots op haar en vertelde graag dat zij pianiste was en zelfs onder dirigent Willem Mengelberg had opgetreden in het concertgebouw in Amsterdam. Lovende recensies van dit concert, dat in 1916 plaatsvond en waarbij zij het Tweede pianoconcert van Chopin speelde, zijn te vinden op internet. Verder vertelde mijn oma dat ze als kind pianolessen van tante Gonnie had gehad en dat ze was omgekomen in de oorlog, net als veel van haar familieleden.

Graag wilden we als familie meer over tante Gonnie te weten komen en daarom begon ik een zoektocht op internet.

Tante Gonnie is op 8 november 1883 geboren in Leiden. Zij had een oudere broer, Rudolph en een oudere zus, Eva Lina, de moeder van mijn oma. Twee zusjes zijn op heel jonge leeftijd overleden. Zij groeiden op in Leiden. Haar ouders waren welgesteld en haar opa, Raphael Beuth, was voorzanger van de Leidse synagoge en een zeer gerespecteerd man. Hij was de oprichter van een fabriek van matrassen en die gevestigd was op Kaiserstraat 23-31, op de plek waar zich nu de mensa bevindt.

Tante Gonnie studeerde pianomuziek aan het conservatorium in Amsterdam en in 1905 vertrok zij naar Berlijn om daar haar opleiding te vervolgen bij een soort privé conservatorium. Berlijn was voor de Eerste Wereldoorlog een belangrijk cultureel centrum in Europa. In die tijd was het zeer uitzonderlijk dat een vrouw een dergelijke muziekopleiding volgde in het buitenland. Zij verbleef ook nog enige tijd in Parijs. Na terugkomst trad zij op in onder andere het concertgebouw in Amsterdam, het Diligentia in Den Haag en de stadgehoorzaal in Leiden. In 1921 schreef ze ook een boekje, getiteld “Spierfixatie als grondslag voor de piano-techniek”. Het boekje vond veel aftrek want er verscheen in 1922 al een tweede druk.

Van 1929 tot 1935 woonde zij in Brabant en was ze religieuse, wat wil zeggen dat ze non was in een Rooms Katholiek klooster. In het West Brabants Archief bevindt zich ook een testament van haar uit 1930. Haar broer, Rudolph, was oud Katholiek en had een verkooppunt voor loten in Leiden.

Uit de gemeentearchieven blijkt dat tante Gonnie op heel veel verschillende adressen gewoond heeft. Leiden, in Rotterdam bij haar zus, Brabant, Wassenaar, Den Haag en in de oorlog wederom in Leiden, op dit adres. Het was een pension van het echtpaar Leendert Rietveld en Aaltje Kamperman dat na de oorlog een Yad Vashem onderscheiding heeft gekregen voor hun hulp aan joodse onderduikers en hun verzetswerk.

Op 2 augustus 1942 is tante Gonnie ’s morgens vroeg opgepakt en zat ze gedurende 1 dag gevangen in kamp Amersfoort. Dit was een vergeldingsmaatregel. Kardinaal Jan de Jong had op 26 juli 1942 zich uitgesproken tegen het oppakken van joden en als straf werden op 2 augustus 1942 alle Rooms Katholieke joden opgepakt en via kamp Amersfoort afgevoerd naar concentratiekampen. Het is opmerkelijk dat tante Gonnie slechts 1 dag in kamp Amersfoort verbleef en weer werd vrijgelaten. Het is mogelijk dat dit is gebeurd dankzij tussenkomst van Willem Mengelberg. Van hem is bekend dat hij verscheidene joden heeft weten vrij te praten maar of dit ook het geval was bij tante Gonnie hebben we niet kunnen achterhalen.

Op 20 maart 1943 komt tante Gonnie voor op een lijst van 51 niet op hun Leidse huisadres aangetroffen joden. Met andere woorden, zij is ondergedoken net als haar broer Rudolph en zijn vrouw Julia, die beiden de oorlog wel overleefden.

Niet veel later werd tante Gonnie ’s avonds opgepakt in sanatorium Rhijngeest. Het is ons niet duidelijk of ze op dat moment daar behandeld werd of min of meer ondergedoken zat. Op het terrein van Rhijngeest en Endegeest bevonden zich joodse onderduikers en enkele joodse patiënten.

Het politierapport van de arrestatie en haar verblijf in de cel bij het Leidse politiebureau is openbaar. Ze heeft er 1 nacht gezeten en is toen samen met een andere joodse patiënt van Rhijngeest “heengezonden”. Heengezonden naar Sobibor, waar ze vlak na aankomst werd vermoord.

Vandaag wordt voor haar ziel een joods gebed uitgesproken. Wellicht had ze het ook mooi gevonden als er ook wierook voor haar wordt aangestoken. We weten het niet. Wel weten we dat de kern van het joodse geloof en het Christendom hetzelfde is, namelijk heb uw naaste lief als uzelf.

 

 

Biografie, opgesteld door Babs van der Schoot

Gonda van Dam is op 8 januari 1883 geboren in Leiden. Zij is de dochter van Levie van Dam, een koopman, en Elisabeth Beuth, ‘zonder beroep’. Levie en Elisabeth krijgen vijf kinderen: Eva Lina (1878), Rudolph (1877), een zusje Gonda (1880, die slecht 61 dagen oud is geworden), Gonda zelf (1883) en Dorothea (1884, overleden een maand voor haar vierde verjaardag).

Het gezin is welgesteld. Grootvader van moeders kant, Raphael Marcus Beuth‏‎, is voorzanger in de synagoge in Leiden. In augustus 1900 (als Gonda 17 jaar is) gaat het gezin wonen op Breestraat 148.

Van 1901 tot 1905 studeert Gonda piano aan het Amsterdams Conservatorium. Ze komt dan in juli even terug in Leiden, en vertrekt in oktober weer. Ze gaat verder studeren in Berlijn, bij Gottfried Galston en Ferruccio Busoni.
Op 22 sept. 1906 keert ze terug naar Leiden (vanuit Schönberg, zo vermeldt het archief van de sjoel in Leiden).
In januari 1909 verhuist ze naar Rotterdam, waar ze op verschillende adressen heeft gewoond, o.a. bij haar broer Rudolph en diens vrouw Julia Cahen.
Op de woningkaarten in Rotterdam wordt als beroep genoemd ‘pianiste’ of ‘pianolerares’.

Gonda is lerares geweest aan de Leidse school voor Toonkunst. Als pianolerares heeft ze in elk geval één beroemd geworden leerling lesgegeven: de (latere) musicoloog Karel Philippus Bernet Kempers, de grondlegger van de muziekwetenschap in Nederland.

Als concertpianiste is Gonda van Dam succesvol. Er zijn mooie recensies terug te lezen van haar concerten met o.a. het Concertgebouworkest, het Residentieorkest, het Utrechts Stedelijk Orkest. Ze treedt door de jaren heen op als soliste, als begeleidster bij solozang, als lid van een trio met cello en viool. Ze speelt zeer uiteenlopende genres, waaronder werken van eigentijdse componisten. Zo vertolkt ze in 1913 ‘La vita Nuova’ van E. Wolff Ferrari, een compositie uit 1901.

Algemeen Handelsblad 10 december 1913

 

In 1916 (op 29 juni en 26 okt.) soleert ze in het Pianoconcert nr. 2 in fkl.t., op. 21 van Frédéric Chopin.
De Nieuwe Rotterdamse Courant publiceert in 1919 een recensie van een concert van mej. Gonda van Dam, pianiste te Rotterdam, als soliste met het Utrechts Stedelijk Orkest. ‘Haar spel blonk uit door gevoelswarmte en muzikale intenties, door stijlbegrip, door verfijning in de schakeringen van aanslag en beweging. Ook technisch was Mej. Van Dam het zware concert meester. De befaamde pianiste is door het vrij talrijke publiek met veel warmte toegejuicht’.

Tijdens een kamermuziekmatinee in Rotterdam (in 1924) speelt Gonda samen met een violist en een cellist. Ze zijn alle drie al befaamde musici, maar als trio zijn ze nog maar net begonnen. De recensent schrijft dat ‘het samenspel opging in een fraaie toongeving en een zielvolle voordacht, met name in de zachte en langzame delen’. In de forte delen vindt hij het spel van de vooral technisch begaafde pianiste nogal hard en wat ‘vierkant’. Het publiek uit zijn waardering met veel applaus.

Bijzonder is een eerste uitvoering van drie liederen van Henk Badings op teksten van R.M. Rilke. In de Haagse Courant (1936) wordt hier melding van gemaakt: een concert door Gonda van Dam, pianiste, met de liederenzangeres Berthe Seroen in Pulchri in Den Haag. Daar staat een opmerkelijk stukje tekst bij: ‘Mej. Van Dam, die in vroeger jaren regelmatig op het concertpodium verscheen… heeft zich gedurende een reeks jaren uit de openbare muziekpraktijk teruggetrokken. Haar wederoptreden op 14 januari is een weer daadwerkelijk deelnemen aan het muziekleven’.

Deze jarenlange afwezigheid kan verklaard worden: tussen 1925 en 1935 woont Gonda in Roosendaal, Molenstraat 13. Daar is in die tijd een klooster gevestigd van de Franciscanessen van Mariadal.

De woningkaart uit het stadsarchief vermeldt als kerkgenootschap ‘RK’ en als beroep ‘religieuze’. Gonda zal als religieuze niet buiten het klooster hebben gemusiceerd en geen concerten hebben gegeven in die tijd. Het is dan ook opvallend dat in het Leids Dagblad van 30 maart 1927 een verslag staat van een ‘Paedagogisch concert’ in een goed bezette nutszaal. Daar speelt Gonda met een celliste (mej. Batenburg) en de violist Van den Burg drie sonates van Beethoven. ‘Mej. Gonda van Dam betoonde zich ook nu weer een zeer begaafd pianiste met sterk uitbeeldingsvermogen’. Dat moet dus geweest zijn tijdens haar periode als religieuze. Het betreft hier een pedagogisch concert, een concert met uitleg. Wellicht is dat toen bedoeld (opgevat) als een onderwijsactiviteit, passend bij een congregatie die zich richt op onderwijs.

Gonda treedt later uit en gaat in 1935 Wassenaar wonen op de Van Zuijlen van Nijeveltstraat.
Als Gonda in 1937 optreedt in Amsterdam, is dat bij een liederenavond, gewijd aan het ‘geestelijke lied’, uit de christelijke traditie, met liederen van o.a. Bach en Schumann. Ze zal vooraf een toelichting geven op de liederen.

Algemeen Handelsblad 25 april 1937

Tijdens de bezettingsjaren woont Gonda van Dam in Leiden. Dat ze rooms-katholiek is beschermt haar niet tegen de Jodenvervolging: op 2 augustus 1942 wordt ze opgepakt en naar kamp Amersfoort weggevoerd. Nog dezelfde dag gaat ze daar echter weer weg. Is ze vrijgelaten, waarom, waardoor, hoe?
In 1943 staat Gonda officieel ingeschreven op het adres Rijnsburgerweg 144, destijds een pension. Daar woont dan ook de huisarts Antoinette de Vries, die actief is in het verzet: ze brengt met enige regelmaat persoonsbewijzen en distributiebescheiden naar onderduikers. In dit pension verblijven ook enige tijd Joodse onderduikers. Gonda woont daar in april van dat jaar niet; ze verblijft (als patiënte, of als onderduikster) in sanatorium Rhijngeest te Oegstgeest. Ze wordt daar op 13 april opgepakt. Het politierapport vermeldt dat ‘de jodin Gonda van Dam is aangehouden’, omdat ze wordt ‘verdacht van het veranderen van woonplaats zonder vergunning’.
De volgende dag wordt ze ‘overgebracht naar Den Haag en aldaar overgegeven aan de Sicherheitspolizei’. Ze wordt op 22 april naar kamp Westerbork gebracht.
In het transportregister van Westerbork staat Gonda niet vermeld onder de D van Van Dam (of de V). Er is na de Z nog een gedeelte waar Gonda van Dam wel in vermeld staat, namelijk dat van de “Haeftlingen” (gevangenen). Ze is dus als deel van een aparte categorie ingeschreven. Op haar kaart van de Joodse Cartotheek staat barak 66, een van de strafbarakken.
Ze wordt op 27 april gedeporteerd naar Sobibor, waar ze na aankomst is vergast. Haar sterfdatum is 30 april 1943.
Op haar laatste vrijwillige woonadres, Rijnsburgerweg 144 is op 11 januari 2023 een Stolperstein gelegd als blijvende herinnering aan het leven van deze bijzondere vrouw.

BRONNEN
www.leiden4045.nl
www.monumenten.nl
www.oorlogsbronnen.nl
www.erfgoedleiden.nl
www.openarch.nl
stadsarchief.rotterdam.nl
www.kampwesterbork.nl
www.delpher.nl
Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, 08-01-1936
Oorlogsarchief Nederlandse Rode Kruis (NRK)
Nationaal Archief Den Haag

 

Links

Joodsmonument.nl: Gonda van Dam

Leiden4045: Gonda van Dam

Verslag plaatsing Stolpersteine 11 januari 2023 

 

 

De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.

 

Correcties en aanvullingen kunt u melden aan de redactie, via webmaster@herdenkingleiden.nl