Kort Rapenburg 17 – Jakob Ginsberg

Stolpersteine
volgende stenen

Inhoud van deze pagina:

 

Plaatsing

Op 16 oktober 2024 is een Stolperstein geplaatst worden voor Jakob Ginsberg, Kort Rapenburg 17.

Jakob Ginsberg, geboren november 1886, gedeporteerd op 15 november 1943, vermoord op 18 november 1943 in Auschwitz.

 

Er is geen foto van Jakob Ginsberg. Er zijn wel groepsfoto’s waar hij misschien op staat maar het is niet bekend hoe hij eruit ziet.

Deze steenplaatsing is geïnitieerd door enkele betrokkenen op het leven van Jakob Ginsberg, het betreft een particuliere plaatsing waar we als stichting bij ondersteunen. De steen werd geplaatst door twee van deze betrokkenen, Hans van de Velde en Aad van Maanen.

 

Toespraak door Jan Paul Hinrichs

 

Beste aanwezigen,

Stolpersteine geven kort al veel aan van wat wezenlijk van belang is, maar iets kan ik wel toevoegen.

Ginsberg is voor duizenden Leidenaren en voor vele duizenden oud-studenten van de Leidse universiteit een klinkende naam als boekhandel, op vele locaties. Maar wat weten we van de oprichter van deze boekhandel? Eigenlijk niet zo heel veel. De Poolse jood Jakob Ginsberg, in 1886 geboren in Lodz in Polen (toen Russisch territorium) vertrok in de jaren ’10 naar Duitsland, waar hij in Straatsburg oosterse letteren ging studeren. Er zijn ook bronnen die als geboorteplaats Kaunas in Litouwen vermelden. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij, als Russisch staatsburger, door de Duitsers geïnterneerd. Op voorspraak van Leidse hoogleraren, arabist Christiaan Snouck Hurgronje en slavist Nicolaas van Wijk, kwam hij vrij. Hij vestigde zich in Leiden, waar hij volgens sommige bronnen eerst een viswinkeltje opende op de Nieuwstraat, dus vlak bij het huis van Nicolaas van Wijk. Rond 1922 begon hij een boekwinkel/antiquariaat in de Lange Diefsteeg nr. 11a.

Ginsberg trouwde een  Duitse vrouw, Erna Prigge, die op dat moment al enige maanden zwanger was van hun zoon Jakob. Over haar schreef hij in een brief in 1926 aan de Arabist G.F. Pijper in Nederlands-Indië die nu reeds met vele andere brieven op de website van de stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden staat:

Im August habe ich mich mit Erna verheiratet im Leidener Stadhuis [..] . Wir haben wohl viele Menschen die uns gut gesinnt sind […] aber einsam fühlen wir uns doch in unserem Wesen. Sonst leben wir hier ruhig in einer angenehmen Umgebung. Unser Geschäft breitet sich mit jedem Tag aus und wenn die Kundschaft gut bezahlen würde könnten wir unser Leben etwas besser gestalten. So leben wir noch immer in der engen Behausung ohne Luft  und Sonne. Von meiner Familie bekomme ich aller traurigste Briefe  ein jeder fragt um Unterstützung, denn das Elend ist im Osten nicht zu beschreiben.

Enkele jaren later volgt de verhuizing van Universiteitsboekhandel en Antiquariaat J. Ginsberg, zoals de zaak officieel heette, naar Kort Rapenburg 17. Ginsberg, als goed zakenman, heeft deze plek waarschijnlijk strategisch uitgezocht: men kwam hier altijd langs van het station naar het academiegebouw.  Op 12 juni 1929 schrijft hij aan arabist Pijper, nu in  het Nederlands, over zijn sterk verbeterde situatie:

Ik heb nu mijn winkel op den besten stand der stad Leiden en krijg ik daarom veel vreemde en loopende klanten in en uit. Ik heb er wel veel mee te doen  alleen zit ik in mijn winkel aangenaam den heelen dag bij zonslicht (in de Diefsteeg altijd bij kunstlicht) en zie door mijne ruiten ieder die binnenkomt en de stad verlaat.

Ginsberg importeerde moeilijk verkrijgbare boeken en trad ook op als uitgever van proefschriften en inaugurele redes. Hij onderhield contacten in Oost-Europa, reisde regelmatig naar het buitenland. Hierdoor werd hij door de Leidse politie als een verdachte figuur gezien. Er werden in rapporten van de Leidse politiecommissaris vermoedens geuit over een mogelijke  communistische achtergrond, maar hiervoor waren geen bewijzen. Ginsberg werd ondertussen in Leidse academische kring niet alleen als boekhandelaar gewaardeerd, maar ook als intellectueel en gesprekspartner.

Jakob Ginsbergs vrouw was zoals gezegd Duits, maar niet joods. Dit huwelijk had hem tijdens de bezetting bescherming kunnen bieden, ware het niet dat zijn vrouw in 1936 van hem scheidde. De tijden werden slechter. Op 22 september 1938, dus niet zo lang voor de Kristalnacht, en vlak voor het beruchte verdrag van München van 30 september, schrijft hij Pijper:

Afgezien van de ellende die over heel Europa en misschien de beschaafde menschheid der heelen wereld schwebt, gaat het mij tamelijk goed. Ik dank den schepper dat ik in Holland en in Leiden ben, alleluja!

Ginsberg was niet de enige die ten onrechte dacht in veiligheid te zijn. De bezetting kwam. In 1941 werden zijn boekhandels onder een Verwalter geplaatst en later overgenomen door de nationaal-socialistische Volksche Boekhandel.

Jakob Ginsberg werd op 21 september 1943 in Leiden gearresteerd, de volgende dag in Rotterdam in bewaring gezet en na enkele dagen afgevoerd naar kamp Vught. [aangepaste zin, 18-10-24] Op 15 november werd hij op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij op 18 november 1943 werd vermoord. Zijn zoon, Jakob Ginsberg zette na de oorlog, aanvankelijk samen met zijn moeder, universiteitsboekhandel Ginsberg voort.

We hadden natuurlijk graag gezien dat een familielid de onthulling had bijgewoond , maar zoon Jakob Ginsberg die in 1993 overleed had geen kinderen en verdere familie is er niet in Nederland.  Het is het lot dat Jakob Ginsberg met zovelen deelt. Maar in Leiden is Jakob Ginsberg nu via deze stolperstein een klein beetje terug. In ieder geval bewaart deze plek de herinnering aan zijn persoon met een tragisch levenslot, maar ook aan zijn rol als boekhandelaar die zich inzette voor intellectuele samenwerking. We weten niet hoe hij er uitzag, kennen geen foto van hem, maar stellen ons nu voor dat hij daar zit in zijn winkel, kijkend naar de voorbijgangers.

Dank u voor uw aandacht. Er is straks gelegenheid om eventueel nog een bloem te leggen, of naar joods gebruik, een kiezelsteentje.

Ter afronding van deze plechtigheid zal nu eerst door Leo Levie nog voor Jakob Ginsberg het Kaddish worden uitgesproken, een joods gebed voor de overledene, dankjewel Leo. Nogmaals dank voor uw aanwezigheid.

 

Jan Paul Hinrichs houdt de toespraak.

 

Links: 

Stolperstein:

Joodsmonument.nl: Jakob Ginsberg
Leiden4045.nl: Jakob Ginsberg