vorige naam / volgende naam / namenlijst
Marianne (Mary) van Kam
16-01-1931 Rotterdam
26-03-1943 Sobibor
Weeshuisperiode:
04-04-1940 – 21-07-1941
en
17-07-1942 – 17-03-1943
Heiman van Kam
15-03-1933 Rotterdam
26-03-1943 Sobibor
Weeshuisperiode:
04-04-1940 – 21.07-1941
en
17-07-1942 – 17-03-1943
Herman van Kam
18-01-1935 Rijswijk
26-03-1943 Sobibor
Weeshuisperiode:
04-04-1940 – 21.07-1941
en
17-07-1942 – 17-03-1943
Arthur van Kam
23-08-1937 Rijswijk
26-03-1943 Sobibor
Weeshuisperiode:
17-07-1942 – 17-03-1943
Vader:
Felix van Kam, correspondent.
28-02-1903 Rotterdam
Moeder:
Wilhelmina Koster
25-11-1905 Rotterdam
09-11-1942 Auschwitz
Datum huwelijk: 24 juli 1929.
Datum scheiding: 20 oktober 1939.
(De belangrijkste bronvermeldingen zijn in het geval ze niet meer goed verwijzen ook onderaan de pagina te vinden door middel van bewaarde schermafbeeldingen.)
Het gezin Van Kam woonde in Rijswijk, van september 1933 is er een registratie van het adres Beetslaan 45. In 1938 verhuisden ze naar Carel Nakkenstraat 1 (09-09-1938). Op de persoonskaart van Felix van Kam (bron) is te lezen dat hij op 14 december 1938 naar Parijs verhuisde. Zijn beroep was correspondent, dit zou een verklaring van deze verhuizing geweest kunnen zijn.
In oktober 1939 werd het huwelijk van Felix en Wilhemina ontbonden. Wilhelmina bleef daarna aan de Carel Nakkenstraat wonen.
Mary, Heiman (soms in bronnen Hijmen of Hijman genoemd) en Herman gingen een paar maanden later naar het Weeshuis in Leiden, vlak voor de oorlog begon. Alleen Arthur, de jongste bleef bij zijn moeder wonen.
Op 25 maart 1941 schreef Mary in het poëziealbum van Mientje, volgens Kasteleyn een klasgenootje van Mary:
‘Laat je lichtje schijnen.
Helder in ‘t rond.
Laat het vriendelijk stralen.
Waar je droefheid vond.
Laat het blijde flikkren.
Waar je schertst of lacht.
Krachtig, moedig branden.
Waar het lot je wacht.
Ter herinnering
aan Mary van Kam.’
En schuin in het hoekje staat: ‘Itje Witje Watje, Mientje is een schatje’.
De drie oudsten bleven ruim een jaar in Leiden en in de zomer van 1941 werden ze in Leiden weer uitgeschreven. Vermoedelijk gingen ze toen terug naar hun moeder. Een jaar later, in de zomer van 1942, gingen de kinderen opnieuw naar Leiden en toen ook Arthur. Een aantal maanden later (6 november 1942) werd hun moeder gedeporteerd naar Auschwitz.
De kinderen waren op 17 maart 1943 in het Weeshuis in Leiden en werden bij de ontruiming die dag afgevoerd. Ze hoorden bij de eerste groep die naar Sobibor werd weggevoerd en ze kwamen daar op 26 maart om.
Felix verbleef al die jaren in Parijs en kwam in 1949 terug naar Nederland. Meer is over hem vooralsnog niet bekend.
Er zijn geen foto’s van de familie Kam.
Documenten van de familie Kam:
Registratiekaarten Westerbork van:
Marianne (Mary) van Kam
Heiman van Kam
Herman van Kam
Arthur van Kam
moeder Wilhelmina Koster (item 1 en item 2)
Persoonskaart vader Felix van Kam van de gemeente Amsterdam.
Joods monument: Marianne, Heiman, Herman en Arthur van Kam.
Language: English
