Van de Brandelerkade 11 – Bertha Vles-Marx, Simon Erich Vles, Hedwig Stern

Stolpersteine
volgende stenen

Inhoud van deze pagina:

  • Plaatsing Stolpersteine 13 maart 2024
  • Toespraak bij deze plaatsing
  • Biografie Bertha Vles-Marx en Simon Erich Vles
  • Biografie Hedwig Stern
  • Links

 

Plaatsing Stolpersteine 13 maart 2024

Op 13 maart 2024 werden Stolpersteine geplaatst bij Van de Brandelerkade 11 voor:

Bertha Vles-Marx geboren op 29 maart 1874 te Keulen, gedeporteerd op 23 maart 1943 uit Westerbork naar Sobibor, vermoord op 26 maart 1943 te Sobibor.

Simon Erich Vles, geboren op 8 augustus 1906 te Leiden, gedeporteerd op 14 september 1943 uit Westerbork naar Auschwitz, vermoord op 7 februari 1944 te Monowitz.

Hedwig Stern, geboren op 3 maart 1895 te Elze (D), gedeporteerd op 31 augustus 1942 uit Westerbork naar Auschwitz, vermoord op 3 september 1942 te Auschwitz.

 

 

Bertha Vles-Marx                     Simon Erich Vles (1928)

Bron foto Bertha: Jessica Mendels
Bron foto Simon: Universiteitsbibliotheek Leiden/Bijzondere Collecties

Van Hedwig Stern is geen foto bekend.


De steen van Bertha werd geplaatst door Gerdy van der Lans, kleindochter van de familie uit Oldebroek die de nichtjes van Bertha onderduik boden.
De steen voor Simon Erich werd door Hans van Roon, Gerdy’s echtgenoot, geplaatst. 
De steen voor Hedwig Stern werd geplaatst door Arnold Schalks.

Arnold Schalks houdt een toespraak

Toespraak gehouden bij de plaatsing
Gehouden door Arnold Schalks namens de Stichting

Wij staan voor het huis waarin Bertha Vles-Marx, haar zoon Simon Erich Vles en hun huishoudster Hedwig Stern hebben gewoond. Ik vertel eerst iets over Bertha en Simon Erich. Daarna vertel ik iets over Hedwig.

 

Bertha Marx werd in 1874 in Keulen geboren. Rond de eeuwwisseling liep ze daar Salomon Vles, een kleermaker uit Leiden, tegen het lijf. In 1903 trouwden ze. Ze woonden aan de Breestraat boven de winkel waarin Salomon maatkleding maakte en verkocht, toen in 1906 hun zoon, genaamd Simon Erich, werd geboren.

Salomon overleed en de winkel aan de Breestraat werd na enige tijd overgedaan. Het vaderloze gezin vestigde zich op de Van de Brandelerkade.

Van Bertha weten we dat ze lid was van het dagelijks bestuur van het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis: het Joodse Weeshuis aan de Roodenburgerstraat. 

Simon Erich was intussen een studie Scheikunde begonnen en promoveerde op 26-jarige leeftijd als doctor in de Chemie met een proefschrift, dat hij aan zijn moeder opdroeg. Hij begon een loopbaan als microbioloog en chemicus bij de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Toen het bedrijven werd verboden om Joods personeel in dienst te hebben, deden Simon Erichs collega’s meerdere pogingen om zijn talenten voor het bedrijf te behouden en zijn dreigende deportatie te voorkomen. Dat lukte drie keer. Op 17 maart 1943, de dag waarop de grote razzia op Leidse Joden plaatsvond, ontsnapte Simon Erich onverwachts een laatste keer aan deportatie nadat hij samen met zijn moeder Bertha van huis was opgehaald. Eén uur voor vertrek naar Westerbork werd Simon Erich vrijgelaten.  

Bertha ging wel op transport. Op 18 maart 1943 kwam ze aan in Westerbork. Op 23 maart 1943 werd zij gedeporteerd en drie dagen later in Sobibor vermoord. Bertha werd 68 jaar oud.

Voor Simon bleek uitstel geen afstel. Op 24 augustus 1943 werd hij in Westerbork ingeschreven. Er wordt aangenomen dat Simon Erich na aankomst in Auschwitz werd tewerkgesteld in het subkamp Auschwitz-Monowitz, waar dwangarbeid werd verricht voor de Duitse chemiereus I.G. Farben. Zeker is, dat hij na ruim drie maanden in de ziekenbarak belandde, waar hij op 6 februari 1944 werd vermoord. Simon Erich werd 37 jaar oud. 

 

Hedwig Stern werd in 1895 in Elze bij Hannover geboren. Haar vader Siegmund was een succesvol ondernemer in de leder-industrie, haar moeder Ida was afkomstig uit een welgestelde familie. Toen Hedwig nauwelijks één jaar oud was, overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde en uit dat tweede huwelijk werd Hedwigs halfbroer Fritz geboren.

In het jaar dat de Nationaal-Socialisten in Duitsland aan de macht kwamen, was Hedwig in dienst van het Hannoverse filiaal van de Epa, een warenhuisketen vergelijkbaar met onze HEMA. De veranderde politieke situatie leidde tot Hedwigs ontslag. Het Hoofdkantoor van de Epa stelde bij haar vertrek een getuigschrift op, waarin “Juffrouw Stern” wordt geprezen als ”een bekwaam en betrouwbaar personeelslid, dat zich zeer snel vertrouwd wist te maken met de haar opgedragen werkzaamheden. Ze werkte heel hard, was absoluut eerlijk en onberispelijk in haar leiderschap.” Het hoofdkantoor sloot het document af met de omineuze zin: “Onze beste wensen voor de toekomst vergezellen haar.”

Hedwig vertrok naar Nederland en vanaf 9 mei 1934 woonde ze aan de Van de Brandelerkade 11, waar ze als inwonend huishoudster werkzaam was bij Bertha en Simon Erich. 

Begin september 1940 werd Hedwig, als ‘niet-Ariër’ van vreemde nationaliteit, gedwongen de kuststrook te verlaten. Ze vertrok naar Den Bosch, waar ze tien maanden bij het gezin van haar halfbroer Fritz, schoenmaker van beroep, samenwoonde. Daarna werkte ze nog bijna een jaar als inwonend huishoudster.

Eind augustus 1942 arriveerde Hedwig in Westerbork. Twee dagen later werd ze naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werd ze onmiddellijk na aankomst, op 3 september 1942, door vergassing om het leven gebracht. 

Hedwig Stern werd 46 jaar oud. 

 

 

Biografie Bertha Vles-Marx en Simon Erich Vles
Opgesteld door Arnold Schalks

Bertha Vles-Marx werd op 29 maart 1874 in Keulen geboren. Ze trouwde aldaar op 16 september 1903 met de op 8 augustus 1871 in Leiden geboren winkelier in Herenkleding Salomon Simon Vles. Salomon woonde en werkte in het winkelpand aan de Breestraat 177, waar hij een kleermakerij uitbaatte. Salomon en Bertha kregen een zoon: Simon Erich werd op 8 augustus 1906 in Leiden geboren. 

Vader Vles overleed op 3 januari 1925 op 53-jarige leeftijd in Leiden en werd in Katwijk aan den Rijn begraven. Bertha werd lid van het dagelijks bestuur van het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis, het Joodse Weeshuis aan de Roodenburgerstraat, een functie die haar later een Sperre, een tijdelijke vrijstelling van deportatie, zou opleveren. Op 15 mei 1934 verhuisden Bertha en Simon Erich naar het adres Van de Brandelerkade 7, om zich vijf jaar later op nummer 11 te vestigen.    

Simon Erich was intussen een studie Scheikunde begonnen en promoveerde op 26-jarige leeftijd als doctor in de Chemie met een proefschrift, dat hij aan zijn moeder opdroeg. Hij begon een loopbaan als microbioloog en chemicus bij de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Toen het tijdens de bezetting bedrijven werd verboden om Joods personeel in dienst te hebben, deden Simon Erichs collega’s meerdere pogingen om zijn talenten voor het bedrijf te behouden en zijn dreigende deportatie te voorkomen. In april 1943 schreef zijn collega en hoogleraar Albert Kluyver een brief aan een goede bekende, waarin hij hem verzocht om Simon Erich te laten opnemen in het Joods tehuis in Barneveld. In de brief werd benadrukt dat de werkzaamheden van Simon Erich van belang waren voor de Nederlandse voedselvoorziening. Het resultaat was dat hij twee keer werd vrijgesteld van deportatie. De derde keer, op 17 maart 1943, de dag waarop de grote razzia op Leidse Joden plaatsvond, ontsnapte Simon Erich onverwachts een laatste keer aan deportatie nadat hij samen met zijn moeder Bertha van huis was opgehaald. Eén uur voor vertrek naar Westerbork werd Simon Erich, nota bene door tussenkomst van de gehate SS-Sturmscharführer Franz Fischer, vrijgelaten. Zonder zijn moeder keerde hij naar huis terug. 

Bertha ging wel op transport. Op 18 maart 1943 kwam ze aan in Westerbork. Op haar archiefkaart van de Joodse Raad staat haar gezondheidstoestand als ‘goed, behoudens reumatische aandoeningen’ beschreven. De aantekening  ’Gesperrt wegens functie’, die haar tot dan toe voor deportatie had behoed, kon haar vertrek op 23 maart 1943 naar het Oosten niet meer voorkomen. Ze werd drie dagen later in Sobibor vermoord.  Bertha werd 68 jaar oud.

Voor Simon Erich bleek uitstel geen afstel. Als één van de laatste Leidse Joden werd hij op 18 augustus 1943 rond twee uur ‘s nachts alsnog thuis aangehouden door de beruchte Jodenjagers Biesheuvel en De Groot en overgedragen aan de Sicherheits Polizei in Den Haag. Op 24 augustus 1943 werd hij in Westerbork ingeschreven, waar hij verbleef in barak 63. 

Er wordt aangenomen dat Simon Erich na aankomst in Auschwitz werd tewerkgesteld in het subkamp Auschwitz-Monowitz, waar dwangarbeid werd verricht voor de Duitse chemiereus I.G. Farben. Zeker is, dat hij na ruim drie maanden in de ziekenbarak belandde, waar hij op 6 februari 1944 werd vermoord. Simon Erich werd 37 jaar oud. Hij bleef ongehuwd. Zijn dood staat geregistreerd in het Totenbuch.

BRONVERMELDING:
SIMON ERICH VLES
Bijdrage van Ewoud van der Veld op https://www.joodsmonument.nl/nl/page/631376/simon-erich-vles
Bijdrage van Alphons Siebelt op https://www.joodsmonument.nl/nl/page/565060/simon-erich-vles
Arolsen, Interneringsdocument Wbk: https://collections.arolsen-archives.org/de/search/person/5153753?s=Simon Erich Vles&t=224168&p=4
Dag- en Nachtrapporten Leidse politie: https://images.memorix.nl/lei/thumb/fullsize/f4336c06-ab61-1094-89bf-547a96283267.jpg
transcriptie:
19/8/1943
02:30 – Door de rechercheurs de Groot en Biesheuvel is terbeschikking van den K.Cdt. gesteld: Simon Erich Fles, geb. te Leiden, 8-8-06, chemicus Bactiusloog, won. te Leiden, van den Brandelerkade no. 11. In arrest gesteld op last van de Sipo te Den-Haag.
04:00 – Dienst overgegeven met de arrestanten: A. v.d. Maden, F. Kaan, M. v. Kleef, J.Th. Witte, S.E. Fles, J. Rijnsburger, A. v. Heusden, J.C. Turk, Th. Leenstra, P.J. Hoogeveen, N. Karnelijnslijper, G. v. Eijgen, L. Paauw, en D.G. v. Dijk.
De Hoofdwachtmeester van Politie, J. Bouta.
06:00 – Dienst overgegeven met de arrestanten, A. v.d. Maden, F. Kaan, M. van Kleef, J.Th. Witte, S.E. Fles, J. Rijnsburger, A. van Heusden, J.C. Turk, Th. Leenstra, P.J. Hoogeveen, N. Karmalijnslijper, G. van Eigen, L. Paauw en D.G. van Dijk.
De hoofdwachtmeester van politie, P. Versnel
07:00 – Dienst overgenomen met de arrestanten A. van de Maden, F. Kaan, J. van Kleef, J.Th. Witte, S.E. Fles, J. Rijnsburger, A. van Heusden, J.C. Turk, Th. Leenstra, P.J. Hoogeveen, N. Karnelijnslijper, G. van Eijgen, L. Paauw en D.G. van Dijk
08:10 – Verzoekt de Sipo. te Den Haag, telef. om S.E. Fles, indien hij gearresteerd is, hedenmorgen te brengen bij den heer Fischer, van de jodenafdeeling, Nieuwe Parklaan 76 te Den Haag. Medegedeeld dat Fles gearresteerd is.
09:00 – Wordt de arrestant S.E. Fles door de rechercheurs de Groot en Biesheuvel overgebracht naar de Sipo te Den Haag.
BERTHA VLES-MARX
Arolsen, Interneringsdocument Wbk: https://collections.arolsen-archives.org/de/search?s=Bertha Vles-Marx
Arolsen, Kaart Joodse Raad: https://collections.arolsen-archives.org/de/search/person/130391444?s=Bertha Vles-Marx&t=2575125&p=4

 

Biografie Hedwig Stern
Opgesteld door Arnold Schalks

Hedwig Stern werd op 3 maart 1895 te Elze bij Hannover geboren. De familie Stern was werkzaam in de handel en de industrie. Siegmund Stern, Hedwigs vader, had een goed lopende leerlooierij annex leerfabriek van zijn vader David Stern overgenomen. Hij deed goede zaken. Ook de familie van Hedwigs moeder, de familie Tobias, was niet onbemiddeld.

Toen Hedwig nauwelijks één jaar oud was, overleed haar moeder Ida Stern-Tobias op 26-jarige leeftijd. Siegmund Stern hertrouwde met Regina Catzenstein, uit welk huwelijk op 20 september 1899 Hedwigs halfbroer Fritz geboren werd.

Na haar schooltijd werkte Hedwig als verkoopster in verschillende winkels en warenhuizen. In het jaar dat de Nationaal-Socialisten in Duitsland aan de macht kwamen, was Hedwig in dienst van het Hannoverse filiaal van de Epa (Einheitspreis Aktiengesellschaft), een warenhuisketen vergelijkbaar met onze HEMA, die artikelen voor eenheidsprijzen verkocht. De Nazi’s beschouwden de op Amerikaanse leest geschoeide winkelformule van de Epa als een “Joodse uitvinding” en riepen het publiek op tot een boycot. De veranderde politieke situatie leidde tot Hedwigs ontslag. Het hoofdkantoor van de Epa stelde bij haar vertrek een getuigschrift op, waarin “Juffrouw Stern” werd geprezen als ”een bekwaam en betrouwbaar personeelslid, dat zich zeer snel vertrouwd wist te maken met de haar opgedragen werkzaamheden. Ze werkte heel hard, was absoluut eerlijk en onberispelijk in haar leiderschap.” Het hoofdkantoor sloot het document af met de omineuze zin: “Onze beste wensen voor de toekomst vergezellen haar.”

Enkele maanden later, op 8 augustus 1933, overleed Hedwigs vader en kort daarna begon ze haar vertrek naar Nederland voor te bereiden. Nadat ze haar geboorteakte had aangevraagd, vestigde ze zich eind augustus eerst in de Kagerstraat 12 in Leiden. Daarna volgden nog verschillende andere adressen. Vanaf 9 mei 1934 woonde ze aan de Van de Brandelerkade 11, waar ze als huishoudster werkzaam was bij de eveneens uit Duitsland afkomstige joodse weduwe Bertha Vles-Marx en haar zoon Simon Erich Vles.

Begin september 1940 werd Hedwig als ‘niet-Ariër’ van vreemde nationaliteit gedwongen de kuststrook te verlaten. Ze vertrok naar Den Bosch, waar ze tien maanden bij haar vier jaar jongere halfbroer Fritz, schoenmaker van beroep, diens vrouw Paula Stern-Wolf en hun zoontje Leopold inwoonde. Ze maakte een tussenstop aan de Van Normberghlaan 32, waar tevens haar zuster Berta Stern woonde. Vanaf 15 oktober 1941 tot aan haar vertrek naar Westerbork woonde ze aan de Van der Does de Willeboissingel en werkte ze als dienstbode en huishoudster bij mevrouw Ida Frankenthaler-Blumlein.

Begin 1942 ontving Hedwig een ‘aanvraagformulier voor emigratie’ van de door de bezetter ingestelde Joodsche Raad voor Amsterdam, dat Joden van niet-Nederlandse afkomst verplicht waren in te vullen. Volgens het document was Hedwig klein van stuk; ze had bruine ogen en donkerbruin haar. Van emigratie is het niet gekomen. De procedure was opgezet om Joden om de tuin leiden.

Eind augustus 1942 arriveerde Hedwig in Westerbork. Twee dagen later werd ze met 559 anderen naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werd ze onmiddellijk na aankomst, op 3 september 1942, door vergassing om het leven gebracht. Hedwig Stern werd 46 jaar oud. Ze was ongehuwd.

—————————————————————————————————

Hedwig Stern is de dochter van Siegmund Stern (1 mei 1859) en Ida Stern-Tobias (16 mei 1869)

Er liggen al vier Stolpersteine aan de Koningsweg 49, Den Bosch voor Hedwig Stern, haar halfbroer Fritz David Stern, diens vrouw Paula Stern-Wolf en hun zoontje Leopold in Den Bosch.

BRONVERMELDING:
HEDWIG STERN
Joods Monument op: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/149622/hedwig-stern
Bijdrage van Peter Buijs op: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/417422/het-archiefje-van-hedwig-stern-1895-1942
Arolsen, Kaart Joodse Raad: https://collections.arolsen-archives.org/de/search/person/130380612?s=Hedwig Stern&t=2575076&p=4
Links

Joodsmonument.nl: Bertha Vles-Marx, Simon Erich Vles, Hedwig Stern

Leiden4045: Familie Vles, Hedwig Stern

Verslag plaatsing 13 maart 2024

 

De Stichting dankt de gemeente Leiden, de St. Josephschool in Leiden, de Oud-Katholieke parochie, de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.

Correcties en aanvullingen kunt u melden aan de redactie, via webmaster@herdenkingleiden.nl
Foto’s zijn deels door de stichting zelf gemaakt en deels door omstanders aangeleverd, waarvoor dank!