Stolpersteine
volgende stenen
Inhoud van deze pagina:
- Plaatsing Stolperstein 11 januari 2023
- Toespraak bij deze plaatsing
- Film van de plaatsing
- Biografie
- Links
Plaatsing Stolperstein 11 januari 2023
Op 11 januari 2023 werd een Stolperstein geplaatst bij Rijnsburgerweg 60 voor:
Sophia Messcher-Broekman, geboren 3 december 1868 te Weststellingwerf, gedeporteerd op 10 maart 1943 uit Westerbork naar Sobibor, vermoord op 13 maart 1943 te Sobibor.
Sophia Messcher-Broekman (bron: familie)
Toespraak gehouden bij de plaatsing door kleindochter Ingrid Messcher
Mijn vader Jozua Messcher, geboren 3 januari 1907, overleden 4 januari 1983 op de leeftijd van 76 jaar, was de zoon van Jozef Messcher (geboren 28 mei 1862, overleden 13 juli 1938) en Sophia Broekman (geboren 3 december 1868, overleden 13 maart 1943). Vader en zoon zijn beiden 76 jaar geworden, moeder 74 jaar.
Voor grootmoeder Sophia leggen wij nu de Stolpersteine.
Wat weten wij van onze grootmoeder? Als kinderen vroegen wij ons dit af. Zoals in zovele gezinnen waar stil werd gestaan bij vermoorde gezinsleden werd er niet veel verteld. Het was heel pijnlijk om daarover te spreken. Mijn ouders waren gemengd gehuwd. Mijn moeder vertelde ons dat zij niet welkom was bij de ouders van mijn vader. Ze mocht zes weken niet zijn ouders bezoeken. Daarna was ze welkom. Mijn vader was in de oorlog ondergedoken.
Nadat voor hem duidelijk was geworden hoeveel familieleden vermoord waren brak voor hem een moeilijke tijd aan. Met name de dood van zijn moeder heeft hij niet kunnen verwerken hij werd dan ook heel erg depressief. Hij is daarvoor behandeld.
Wat hem restte waren de fotoalbums waar wij geen vragen over mochten stellen.
Heel af een toe begon mijn vader te vertellen over zijn familie. Zijn moeder was een heel lieve moeder, grappig en humoristisch. Zij nam haar kinderen in bescherming zoals die keer dat een buurvrouw kwam klagen over het feit dat mijn vader het buurjongetje had geplaagd. ‘Zo jongen’, zei zijn moeder, ‘jij gaat voorlopig niet vissen’. Zijn moeder werd door de buurvrouw gecomplimenteerd vanwege haar pedagogische kwaliteit.
Of die keer dat een kennis beledigd was omdat ze geen verlovingskaartje had gekregen. Zijn moeder pakte vier kaartjes en gaf ze aan de beledigde partij. Ze was dol op verhuizen en mijn vader vertelde dat hij blij was als hij haar nog kon vinden.
Mijn grootvader was van de twee het meest religieus. Als hij ging bidden vroeg ze aan hem of hij niet vergat aan onze lieve Heer een nieuw servies voor de komende Pasen te vragen.
Deze leuke grootmoeder had ik graag gekend maar helaas ken ik haar van de namenlijsten van Westerbork en nu het namenmonument in Amsterdam. Via de Stolpersteine zal ze altijd haar aanwezigheid tonen.
Ik dank de werkgroep van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden en de bewoners van de Rijnsburgerweg 60 die de ruimte voor hun huis beschikbaar stelden zodat wij altijd kunnen blijven herdenken.
Film van de plaatsing van deze Stolperstein
gemaakt door Rob Goossens, een nabestaande.
Biografie Sophia Messcher-Broekman, opgesteld door Erik Habold
Sophia, dochter van Barend Broekman, koopman, en Hendrina Krammer, huisvrouw, werd geboren op 3 december 1868 in Weststellingwerf, Friesland[1]. Het gezin woonde tot 1880 Noordwolde wijk A 113 (later werd dat 92B) en van 1880 tot 1890 Noordwolde wijk A A119. De buurt waar Sophia het licht zag en tot haar twintigste woonde, was waarschijnlijk vrij armoedig. Er trokken in die tijd al veel mensen van weg, wegens teruglopende werkgelegenheid[2]. Sophia verhuist met haar ouders en een paar nog thuiswonende kinderen op 20 maart 1889 naar Schoterland.[3] Dit was een kleine gemeente nabij Heerenveen, die in 1934 grotendeels opging in de gemeente Heerenveen.[4]
Het gezin is te kenschetsen als vrij groot, nl. acht kinderen, beide meisjes geadministreerd als ‘zonder beroep’ en de zes jongens met (latere) beroepen als slachter (2x) en handelaar/koopman (4x).[5]
Zij trouwde, 25 jaar oud, op 19 augustus 1894 met Jozef Messcher (geboren Nijehaske, 28-5-1862)[6]. Hij was handelaar in vee en vlees, zij is vermoedelijk heel haar leven huisvrouw geweest. En terwijl hij heel religieus was (toen zoon Jozua gemengd huwde, was hij zes weken thuis niet welkom), behoorde zij tot degenen die zich minder met het geloof bezighielden.[7]
Ze krijgen er tussen 1895 en 1910 tien kinderen, één levenloos geboren en twee kort na de geboorte gestorven; een vierde sterft op zestienjarige leeftijd. Vanaf 1913 woonde het paar Huizing 152, Nijehaske (Frl)[8], een dorp aan de westzijde van Heerenveen, ook in 1934 opgegaan in deze stad.[9]
Op de een of andere manier trekt Rotterdam, de stad die dan zit te springen om werkkrachten vanwege de groeiende economie. Drie van de kinderen van Sophia en Jozef verhuizen er al in 1923 naartoe en op 10 maart 1925 gaan ook Sophia en Jozef er wonen, eerst Hugo Molenaarstraat 49C, in het zgn. Nieuwe Westen, een nieuwe woonwijk, op de derde verdieping van een groot woonblok aan een vrij ruime straat, direct achter de Beukelsdijk, en vanaf 7 december 1929 op Veemarkt 29B, een marktterrein met omringende bebouwing, ook veelvuldig bezocht door joodse slagers. op de grens van Kralingen en Crooswijk; en inmiddels gesloopt.
Na zeseneenhalf jaar vertrokken ze uit R’dam om in Leiden te gaan wonen, op Haarlemmerstraat 283, het gedeelte tussen Hooigracht en de haven (vanaf 21 april 1936). Het ging hier om een bovenwoning boven een winkel. Op 27 december 1939 verhuisde Sophia terug naar Rotterdam, nadat Jozef in juli 1938 was gestorven.[10] Van het leven van Sophia is verder helaas niet veel bekend. Haar kleindochter, dochter van haar zoon Jozua, vertelde dat haar vader niet veel kwijt wilde over zijn verleden. Hij meldde slechts dat Sophia een lieve moeder was, erg op gezelligheid gesteld en die haar zoon in bescherming nam als dat nodig was, zoals die keer dat hij kattekwaad had uitgehaald en buren kwaad aan de deur kwamen. Nou, zei Sophia toen ferm, dat wordt een weeklang niet vissen. Toen de buren tevreden met dat opvoedkundige gedrag en gezag vertrokken, kon Jozua alleen maar verbaasd en lachend constateren dat hij nooit viste.[11]
In het begin van de oorlog, waarschijnlijk juni ’40 al, trok ze in op de Rijnsburgerweg 60, Leiden, bij haar dochter Mina (geboren op 12 januari 1905) en schoonzoon Jakob Grinbaum, die een zaak in optische en medische apparatuur runde genaamd Zatskoy&Co[12]. Rijnsburgerweg 60 is een ruim huis aan deze brede doorgangsweg van het station naar Oegstgeest. Haar dochter en schoonzoon doken op tijd onder, zij werd – wanneer is niet duidelijk – gepakt en via Amsterdam, Muiderschansweg 139, op 6 februari ’43 naar Westerbork getransporteerd en op 10 maart 1943 afgevoerd naar Sobibor om, vermoedelijk direct na aankomst, op 13 maart te worden vermoord[13].
Sophie Messcher-Broekman rechts, met het kind op haar arm. Uit het fotoalbum van de familie.
Bronverwijzingen:
[1] Huwelijksregister 1894, archiefnummer 30-31, Burgerlijke Stand Schoterland – Tresoar, inventarisnummer 2038, aktenummer 0078 Schoterland
[2] schriftelijke mededeling van Dorpsarchief Noordwolde, mw. A. Meester, 21-11-’22
[3] Nijehaske, inventarisnummer 62, blad 316 (schriftelijke informatie van gemeentearchief Weststellingerwerf, d.d. 30-9-’22)
[4] www.plaatsengids.nl>Schoterland
[5] bevolkingsregister Noordwolde
[6] Huwelijksregister 1894, archiefnummer 30-31, Burgerlijke Stand Schoterland – Tresoar, inventarisnummer 2038, aktenummer 0078 Schoterland
[7] Mondelinge mededeling kleindochter, mw. Ingrid Messcher, op 8-9-’22
[8] Nijehaske, inventarisnummer 62, blad 316
[9] In 1840 had Nijehaske nog 1100 inwoners in 145 woningen, maar tegen het einde vn de eeuw was dat zeker al veel minder. www.plaatsengids.nl>nijehaske
[10] Schriftelijke mededelingen van Dorpsarchief Noordwolde, mw. A. Meester, 21-11-’22
[11] Mondelinge mededeling kleindochter, mw. Ingrid Messcher, op 8-9-’22
[12] Een annonce in het Leidsch Dagblad van 11-8-’43 maakt melding van de aanstaande liquidatie van de firma.
[13] archief Nederlandse Rode Kruis (carthoteek)
Links
Joodsmonument.nl: Sophie Messcher-Broekman
Leiden4045: Sophie Messcher-Broekman
Verslag plaatsing Stolpersteine 11 januari 2023
De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.