Rijnsburgerweg 163 – echtpaar Pollack-Simons

Stolpersteine
volgende stenen

Inhoud van deze pagina:

  • Plaatsing Stolpersteine 11 januari 2023
  • Toespraak bij deze plaatsing
  • Biografie
  • Links

 

Plaatsing Stolpersteine 11 januari 2023

Op 11 januari werden twee Stolpersteine geplaatst bij Rijnsburgerweg 163 voor:

Kurt Pollack, geboren 18 juli 1879 te Breslau/Wrocław, gedeporteerd 15 februari 1944 uit Westerbork naar Bergen Belsen, vermoord 14 januari 1945 Bergen Belsen.

Gertrud Pollack-Simons, geboren 22 juni 1891 te Berlijn, gedeporteerd 15 februari 1944 uit Westerbork naar Bergen Belsen, bevrijd uit de verloren trein te Tröbitz, bezweken 25 april 1945.

 

Kurt en Gertrud

 

 

Toespraak gehouden bij de plaatsing door kleindochters Ruth Birger en Aliza Melumad

We leggen hier twee Stolpersteine voor onze grootouders Kurt Pollack en Gertrud Pollack-Simons – de ouders van onze vader Fritz Pollack.

Gertrud Simons is in Berlijn geboren en kwam uit een Nederlands gezin.

Kurt en Gertrud leerden elkaar kennen tijdens de eerste wereldoorlog. Kurt diende als arts in het Duitse leger en kreeg er zelfs een medaille voor. Gertrud melde zich vrijwillig aan bij het Duitse Rode Kruis.
Ze hadden twee zonen: Franz en Fritz.
Naar aanleiding van de machtsovername door Hitler besloot de familie om Franz in Nederland een opleiding te laten doen. Franz vertrok in 1934 naar Amsterdam. Hij vond later werk in Hengelo.

Op het laatste moment, op 30 juni 1938, toen Nederland de grens sloot voor vluchtelingen, kwamen Kurt, Gertrud en Fritz ook naar Nederland.
In juli 1938 kwamen ze hier te wonen, op de Rijnsburgerweg 163. Hier hoopten ze veilig te leven en te kunnen blijven. Fritz ging hier naar school. Toch mocht Kurt niet in Nederland als arts werken, zijn diploma’s werden niet erkend…
Per september 1940 werd de kuststrook een verboden gebied voor ‘Stateloze niet-ariërs’. De familie moest daarom gedwongen verhuizen. Op 8 oktober 1940 vertrokken ze weer… nu naar Enschede, waar ze op verschillende adressen woonden, tot april 1943

Op 14 september 1941 werd Franz in Hengelo opgepakt bij een razzia en twee weken later, op 30 september 1941, in Mauthausen vermoord. Onze grootouders ontvingen een officieel bericht dat hij “gestorven” was…

Fritz had Elly Boasson, later onze moeder, leren kennen. Zij zelf ging hier in Leiden onderduiken, begin augustus 1942.
Elly’s zuster Elisabeth Isabella Boasson (Bep) is naar de Pyreneeën gevlucht.
Ze werd toch opgepakt, en is in Auschwitz vermoord op 29 augustus 1942.
Later zal voor haar een Stolperstein in Leiden worden gelegd.

Elly had voor de familie Pollack onderduik gevonden… Kurt’s antwoord was: “Ik ben een Arts. Als mijn volk naar Polen gaat – ga ik mee.”

Uit Enschede werden Kurt en Gertrud in april 1943 weggevoerd, naar Westerbork. Fritz kwam daar al eerder. Kurt werkte in Westerbork wel als arts.
Na de ontvangst van certificaten naar Palestina voor Kurt, Gertrud en Fritz, werden alle drie in Januari 1944 weggevoerd naar het kamp Bergen-Belsen, voor uitwisselingen met Duitsers in het buitenland. Kurt en Fritz werkten niet meer, Gertrud wel, ze moest oude schoenen uit elkaar halen voor goed leer.

De situatie in het concentratiekamp werd alsmaar erger, met tienduizenden verhongerende gevangenen. Er waren geen uitwisselingen meer. Kurt werd heel ziek, en overleed op 14 januari 1945. Hij werd naar een klein crematorium buiten het kamp gebracht.

Op het eind van de oorlog besloten de Duisters Bergen-Belsen te ontruimen omdat de Russen al heel dichtbij waren. Gertrud en Fritz werden met duizenden andere gevangenen op 10 april 1945 op een trein gezet. Die trein reed toen twee weken lang door Duitsland, met uitgeputte duizenden zieke mensen. Uiteindelijk bevrijdden de Russen de trein op 23 april 1945 bij Tröbitz. Ongeveer 500 mensen overleefden de reis niet. Onze vader, nogal doodziek, werd wonderlijk wel gered.
Gertrud stierf twee dagen later, in of nabij Tröbitz, nog in de trein, op 25 april 1945. Zij is in de buurt van Tröbitz begraven in een massagraf.

 

 

Biografie, opgesteld door Pieter Schrijnen

Kurt Pollack: 18 juli 1879 (Breslau/Wrocław) – 14 januari 1945 (Bergen-Belsen)
Gertrud Simons: 22 juni 1891 (Berlijn) – 25 april 1945 (Tröbitz)

Uit hun huwelijk:
1. Franz Max POLLACK, geboren op 19.02.1918 te Breslau/Wrocław, vermoord op 30.09.1941 te Mauthausen op 23-jarige leeftijd.
2. Ernst POLLACK, geboren op 11.05.1920 te Salzburg, overleden op 11.05.1920 te Salzburg, 0 dagen oud.
3. Fritz Gerhard POLLACK, geboren op 13.03.1922 te Breslau/Wrocław, overleden op 19.04.2007 te Kfar-Saba, Israël.

Dr. Kurt Pollack was internist. Hij haalde zijn doctorsbul op 7 februari 1902 in Breslau. Hij heeft o.a. in Stettin/Szczecin gewerkt. Samen met Prof. Dr. med. Ernst Neisser heeft hij een artikel geschreven over “Die Hirnpunktion” (1904). In 1933 is hij lid van de Duitse “Gesellschaft für Verdauungs- und Stoffwechselkrankheiten”. Hij werkt dan in Breslau/Wrocław.

De doctorsbul van Kurt

 

Gertrud met haar ouders Marie Schiller en Abraham Simons

 

Gertrud Simons is in Berlijn geboren uit een Nederlands gezin. Haar vader was consul voor Nederland in die stad. In mei 1923 werd hij benoemd tot Ridder in de orde Oranje Nassau. Gertrud wordt beschreven als zeer intelligent, heel muzikaal. Ze speelde prachtig piano. Zij bood zich (voor het huwelijk met Kurt) aan als vrijwilliger bij het Duitse Rode Kruis als verpleegster. Aangezien ze een Nederlandse staatsburger was, en omdat ze zich vrijwillig aanmeldde voor het Duitse Rode Kruis hielp dat haar later ook. Dat gaf haar uitstel van de grote transporten vanuit Westerbork naar Sobibor in juli 1943.

 

Kurt en Gertrud tijdens de Eerste Wereldoorlog

 

Ook Kurt Pollack diende tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Duitse leger, hij als arts. Hij stond vooraan aan het front bij de Franse grens. Hij kreeg er zelfs een medaille voor, wat hem later in Westerbork een tijdlang redde van transporten naar de vernietigingskampen.

Kurt en Gertrud

Kurt en Fritz in Breslau

Gertrud Simons met haar ouders Abraham en Marie Simons, en met Kurt, Franz en Fritz

 

Kurt en Gertrud, Franz en Fritz in 1935

 

Kurt Pollack en Gertrud Simons

Gertrud, Kurt, Franz en Fritz

 

Naar aanleiding van de machtsovername door Hitler besluit de familie om hun zoon Franz in Nederland een opleiding te laten doen. Hij vertrok in 1934 naar Amsterdam. Daar heeft hij een opleiding werktuigbouwkunde gevolgd. Hij vond werk bij Stork in Hengelo (Ov.).
Franz is vroeg in de oorlog weggevoerd, op 14 september 1941. Hij was in Hengelo en werd opgepakt bij de grote razzia van jongemannen op 13-14 september in Twente en Gelderland. Zijn werkgever heeft geprobeerd hem vrij te krijgen. Dat was vergeefs. Hij is op 30 september 1941 in Mauthausen vermoord.
Voor hem ligt in Hengelo een Stolperstein, bij de Kievitstraat 38.

 

Franz Pollack   –   Franz met zijn vader in Amsterdam 

 

In juli 1938 komen Kurt, Gertrud en Fritz te wonen op de Rijnsburgerweg 163 – gevlucht uit Berlijn. (Op de woningkaart staat M 2 en V 1). Op dat adres bevond zich een pension. Dat is door de familie van Gertrud aangekocht, opdat Kurt en Gertrud een (bescheiden) inkomen als pensionhouder konden verkrijgen. Hij kon in Nederland niet als arts werken. Zijn diploma’s werden in Nederland niet erkend. In Westerbork heeft hij later wel als arts gewerkt in het “ziekenhuis” barak.

 

Rijnsburgerweg nrs 137 en hoger, 1925

 

Advertentie 18 mei 1940 Leidsch Dagblad

 

Per september 1940 werd de kuststrook verboden gebied voor ‘Stateloze niet-ariërs’. De familie moet daarom op 8 oktober 1940 gedwongen verhuizen. Ze gaan naar Enschede, waar hun zoon Franz al woont. Ze woonden daar bij verre familie van Gertrud op een paar adressen, tot april 1943.

Fritz had in Leiden Elly Boasson leren kennen. Zij waren zeer goed bevriend en zijn later getrouwd. Elly had voor de familie onderduik gevonden. Kurt’s antwoord was: “Ik ben een Arts. Als mijn volk naar Polen gaat ga ik mee.”

 

Kurt en Fritz Pollack melden zich in Enschede bij de Joodse Raad om hun Jodenster in ontvangst te nemen

 

Gertrud was daar actief in de buitenschoolse Jeugdzorg. Over haar wordt vermeld dat ze een oorlogsdiploma verpleegkunde heeft. Ze is “intelligent, flink, beschaafd, kan uitstekend met kinderen omgaan. Ze is geschikt om leiding te geven.”

Fritz heeft in Enschede zijn middelbare school afgemaakt. Daarna volgt hij de chaloetz training – een voorbereiding om naar Israël te gaan.

Uit Enschede zijn ze in April 1943 naar Westerbork gestuurd. Kurt werkte daar als arts. Fritz was daar eerder al naartoe gestuurd (3.10.1942) en behoorde bij de chaloetzim groep die allerlei soorten van werk in het kamp deden, en ook buiten het kamp, bij de boeren in de buurt (onder bewaking). Kurt kende in het kamp een Duitse dokter en had ook zijn medaille, en dit, met nog wat relaties die Fritz had, gaf voorlopig uitstel van transporten. Later ontvingen Kurt, Gertrud en Fritz certificaten om naar Palestina te gaan, en werden daarvoor naar Bergen-Belsen gestuurd.
Een deel van dit kamp werd door de Duitsers afgescheiden als uitwisselingskamp met Duitsers in het buitenland. Frits ging met het eerste transport van Westerbork naar Bergen-Belsen op 11.1.44, en op 16.2.44 gingen Kurt en Gertrud ook. Kurt werkte niet, Gertrud wel, ze moest oude schoenen uit elkaar maken voor goed leer.
De situatie in het concentratiekamp werd alsmaar erger met meer en meer mensen tot tienduizenden mensen… In het najaar 1944 begonnen de tyfus ziektes en met S.S.-Macht en Kragt werd het de Hel…
In de winter 1945 was het geen uitwisselingskamp meer. Kurt werd heel ziek, en overleed op 14.1.45. Hij werd naar een klein crematorium buiten het kamp gebracht.

Op het eind van de oorlog besloten de Duitsers Bergen-Belsen te ontruimen omdat de Russen heel dichtbij waren. Gertrud en Fritz worden met duizenden andere gevangenen op 10.4.45 in een trein gezet. Die trein rijdt dan vanuit Bergen-Belsen twee weken lang door Duitsland, zonder eten of sanitaire middelen, met duizenden uitgeputte, zieke mensen. Uiteindelijk eindigt de reis in Tröbitz, als de Russen daar aankomen en de trein op 23 april 1945 bevrijden. Ongeveer 500 van de 2500 gevangenen overleven de reis niet. Gertrud Simons sterft twee dagen later, in of nabij Tröbitz, op 25.4.1945. Zij is bij Tröbitz begraven.

De begraafplaats nabij Tröbitz

 

Fritz overleefde Bergen-Belsen. Ook hij zat in de dodenrit die bij Tröbitz eindigde. Hij is na de bevrijding door de Russen in een ziekenhuis in Leipzig verpleegd en hersteld.

Voor de oorlog heeft Fritz Elly Boasson leren kennen op de jeugdvereniging Mishmar (Hajardeen). Elly is geboren op 5 juli 1924 te Middelburg, dochter van Jacques Boasson (Leiden) en Emma Bertha Cohen (Oud-Beijerland). Elly en Fritz gingen in juli 1950 in ondertrouw en ze zijn in augustus 1950 gehuwd, in de synagoge in Leiden.

Elly kon voor onderduik terecht bij juffrouw Oosterlee, lerares Frans aan de Meisjes-H.B.S., waar ze het jaar tevoren eindexamen had gedaan. Juffrouw Oosterlee was juffrouw Van Raalte opgevolgd, die als joodse lerares in november 1940 ontslagen was.
Zij woonde in een ruim huis op Rijn en Schiekade 1. Daar had ze zich ook al ontfermd over de kinderen van haar zuster en zwager, die een beroemd zendeling op Celebes was, en enkele andere kinderen. Elly kwam bij Juffrouw Oosterlee op 12 augustus 1942, twee dagen vóór ze volgens haar oproep naar Westerbork had moeten gaan. Ze bleef daar tot aan de bevrijding.
Elly had bij “tante” in haar eigen woorden “de beste onderduik van iedereen”. De sfeer in dit huis was heel goed. Men sprak niet over persoonlijke problemen; alles werd stilzwijgend gedragen. In maart 1943 kregen ze gezelschap van Mia Mendelson, de oudste dochter van de koster van de synagoge.

Mia, een goede vriendin van Elly, had toestemming van haar ouders gekregen om onder te duiken. De rest van het gezin Mendelson werd een maand later in Sobibor om het leven gebracht. Mia bleef ook hier tot aan de bevrijding.
Een gemeenschappelijke vriendin, Pit Bakker, verzorgde de correspondentie tussen Elly en Fritz toen hij in Westerbork zat. Na het vertrek van Fritz (en zijn ouders) naar Bergen-Belsen, in januari 1944, verloren de geliefden het contact. In mei 1945 werd Elly met haar moeder en broer verenigd. Maandenlang zocht ze naar haar vriend Fritz. Eind augustus kwam er een telegram van hem uit Maastricht. Kort daarop stond hij voor de deur van de De Laat de Kanterstraat 15, het ouderlijk huis van Elly.

Elly’s moeder Emma en broer Charles zijn ook ondergedoken. Haar vader Jacques is in juni 1940 aan een ziekte gestorven. Elly’s zuster Elisabeth Isabella Boasson (Bep) die al veearts was, na afloop van haar studie in Utrecht, is naar de Pyreneeën gevlucht. Ze werd toch opgepakt, en na een kort verblijf in Drancy is zij in Auschwitz vermoord op 29.8.1942. Voor haar zal later in Leiden een Stolperstein worden gelegd.

Terug in Nederland deed Fritz een zuivelstudie aan de Universiteit Wageningen. Na zijn studie is hij met Elly Boasson getrouwd en naar Israël vertrokken, op aliya in 1953. Daar kregen ze twee dochters, Ruth en Aliza, en vijf kleinkinderen. Hij kreeg een aanstelling bij “Tnuva” (hoofdadviseur directie/ hoofd laboratorium in Tel Aviv). Hij overleed op 19.04.2007 te Kfar-Saba, Israël, vijfentachtig jaar oud.

Bronnen:

www.herdenkingleiden.nl
www.delpher.nl RBW163
wiewaswie.nl
Leiden4045
Joods biografisch Woordenboek: joodsbw.nl
www.geni.com/people/Kurt-Pollack/6000000021355191267
www.geni.com/people/Gertrud-Simons/6000000021355052424
stolpersteine-hengelo.nl/wp-content/uploads/2021/09/PollackFranzMax.pdf
map.stolpersteine.app/en/hengelo/locations/kievitstraat-38
data.jck.nl/page/aggregation/jhm-foto/F010483
www.dgvs-gegen-das-vergessen.de/biografie/ernst-neisser/
www.dgvs-gegen-das-vergessen.de/#mitgliederliste
www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/Gertrud-Pollack-Simons/27/136754

Stamboomonderzoek Ans Meijlink

Persoonlijke mededelingen van de familie.

Via het Archief Nederlandse Rode Kruis: diverse kaarten uit het Europees persoonsdossier, Centraal Europese Cartotheek, Joodse Raad Cartotheek, archief Kamp Westerbork.

The US Holocaust Memorial Museum heeft een opname van een gesprek met Fritz Pollack over zijn geschiedenis in de oorlog:  collections.ushmm.org/search/catalog/vha14430.

Over de familie Boasson, Laat de Kanterstraat 15:
www.profburgwijk.nl/uimg/profburgwijk/b41214_att-wijkkrant-35-september-2006.pdf
pointer.kro-ncrv.nl/leidse-vrienden-kochten-geroofd-joods-vastgoed

Copyright foto’s: familie Pollack, met toestemming op deze website geplaatst.

 

Links

Joodsmonument.nl: Kurt en Gertrud Pollack-Simons

Leiden4045: echtpaar Pollack

Verslag plaatsing Stolpersteine 11 januari 2023 

 

 

De Stichting dankt de gemeente Leiden, de Universiteit Leiden en de particulieren (de aanwezigen en zij die financiële steun gaven) voor het steunen en mede mogelijk maken van deze plechtigheid.

 

 

Correcties en aanvullingen kunt u melden aan de redactie, via webmaster@herdenkingleiden.nl