vorige naam / volgende naam / namenlijst
Let op: de tekst op deze pagina moet nog geredigeerd worden en kan daarom onjuistheden bevatten. Correcties en aanvullingen kunt u melden aan de redactie, via webmaster@herdenkingleiden.nl
Betje Jacoba (Betsy) Wolff
later Dommerholt
13-07-1924 Den Ham
12-11-1988 Landgraaf
Weeshuisperiode:
11-01-1932 – 11-3-1943
Moeder:
Leea Johanna Wolff
24-7-1903 Den Ham – 28-12-1928 Den Ham
Vader:
Derk Jan Dommerholt
Erkend door moeder 1.8.1924, Den Ham
Erkend door vader 18.12.1942, Den Ham
Betsy werd geboren in 1924 in Den Ham. Haar moeder was alleenstaand en overleed toen Betsy nog maar vier jaar oud was. ‘Na wat omzwervingen kwam ze bij haar opa terecht en hij bracht haar naar het Joods Weeshuis in Leiden, ze was toen zeven jaar oud’, aldus een van haar kinderen die in 2024 met ons contact op nam.
Betsy Wolff overleefde de oorlog – mede dankzij de buurman van het weeshuis, Hyme Stoffels. Betsy was een kind van een ongehuwde joodse moeder, bij wie Nathan Italie, de directeur van het weeshuis, en Stoffels een ‘niet-joodse vader’ gezocht en gevonden hebben. Volgens overlevering kreeg hij hiervoor 350 gulden; voor die tijd een fors bedrag. Zo ontkwam Betsy aan deportatie.
Haar dochter vertelt: ‘Toen ik 16 jaar oud was, ben ik één keer met haar in Leiden geweest en hebben we het gebouw op afstand bekeken. Ze zei alleen dat ze er gewoond had… meer niet.’
In het boek Machseh Lajesoumim van J. Focke is paragraaf 9.2 volledig aan het verhaal van Betsy gewijd.
In het archief van de heer Stoffels is de briefwisseling te vinden die ten grondslag ligt aan Betsy’s redding.
Nathan Italie vraagt op 21 december 1942 een uittreksel van het geboorteregister in Den Ham aan van de vader van Betsy en een kopie van de geboorteakte van Betsy. Met deze papieren in de hand schrijft Nathan Italie op 4 februari 1943 een brief aan de vader, de heer D.J. Dommerholt om informatie over de grootouders. Er is een overzichtje wie de de grootouders van moederskant zijn.
Op 12 februari 1943 schrijft Nathan Italie een verzoek om informatie over de grootouders van moederskant van Betsy aan de gemeente Den Ham. Op 22 april komt er antwoord: Een uittreksel uit het bevolkingsreging van de ouders van grootmoeder van moeders kant en een verwijzing naar de gemeente Ommen omdat de ouders van de vader niet in Den Ham zijn overleden.
Op 26 februari 1942 schrijft Nathan Italie aan de gemeente Boxmeer een verzoek om informatie over de grootouders van moederskant. Ook verzoekt hij om informatie over Jacob Wolff.
Op grond van alle opgevraagde informatie krijgt Betsy een Verklaring van twee niet-joodse grootouders. Hierdoor is ze gevrijwaard van deportatie. Betsy gaat op 10 maart 1943, een week voor de ontruiming, naar Cronensteinkade 20; het echtpaar Stoffels neemt haar in huis. Op 11 maart komt de officiële verhuisvergunning.
Op de avond van de ontruiming, 17 maart vertoonde het weeshuis om half zeven het normale beeld als altijd. Stoffels komt er binnen, samen met Betsy Wolff om afscheid te nemen. Hoewel hij de overbodigheid van zijn woorden kent, zegt hij nog eens tegen Italië dat hij de deuren moet openzetten, de kinderen moet laten uitzwerven. “Terwijl we daarover zaten te praten”, zegt Stoffels, “was het gebouw plotseling door tien, twaalf man omsingeld. Drie politiemannen, Musscher, Biesheuvel en De Groot hadden de leiding. Musscher voerde het woord”.
Het eerste wat ze deden na hun binnenkomst in het weeshuis was Stoffels er uit zetten. Hij mocht niet horen hoe de politie de Joodse kinderen uit hun woning zou verdrijven. Even later komt Stoffels, geschokt, ondanks de wetenschap dat dit ging gebeuren, thuis aan. Daar realiseert hij zich plotseling dat Betsy Wolff, hun beschermelinge, is achtergebleven in het weeshuis. Hij bedenkt zich geen moment, springt op en rent terug naar het weeshuis. “Aanvankelijk werd ik tegengehouden door hoofdagent Biesheuvel, die mij er niet in wilde laten. Ik legde hem uit dat er een meisje in het huis zat dat bij ons hoorde en dat ik haar kwam ophalen. Toen mocht ik er wel in”. Stoffels ging naar binnen, kreeg eerst Musscher te spreken en uiteindelijk lukte het hem Betsy uit de greep van de politie te krijgen.
In het archief van de heer Stoffels is nog een briefkaart van Betsy gedateerd 3 mei 1944 aanwezig.
Betsy staat meest links op de foto, met lichte jurk, groepsfoto 1934.
Betsy in 1938, de foto in het felicitatiealbum van Levisson.
Het felicitatiebriefje dat Betsy had geschreven voor de heer Levisson. (1938)