vorige naam / volgende naam / namenlijst
Izak Ensel
29-08-1938 Rotterdam
26-03-1943 Sobibor
Weeshuisperiode:
20-01-1941 – 17-03-1943
Vader:
Simon Ensel
15-07-1905 Rotterdam
21-01-1967 Spijkenisse
Moeder:
Hester Drielsma
01-09-1909 Rotterdam
21-05-1943 Sobibor
Izak Ensel werd op 29 augustus 1938 als vierde kind geboren in het Rotterdamse gezin van Simon Ensel en Hester Drielsma. Zijn ouders waren op 28 januari 1931 getrouwd en kregen samen vijf kinderen. Jacob (8-1-1932) was hun oudste kind, daarna werden de dochters Betje (11-6-1936) en Hanna (22-6-1937) geboren. Na Izak werd nog zusje Sara (22-9-1939) geboren.
Simon Ensel (15-7-1905) kwam uit een groot gezin, hij was het vijftiende en jongste kind, enkele van zijn eerder geboren broers en zussen waren daarvoor al jong overleden. Zijn vader heette Andries Raphael Ensel en zijn moeder Betje Izak Ensel. Toen Simon negen jaar oud was overleed zijn moeder. Zijn vader trouwde een jaar later met Maria van der Walt, zij is 25 jaar.
Hester Drielsma (1-9-1909) kwam uit een gezin van vier kinderen. Haar ouders Izak Drielsma en Hanna Drielsma-van Arend) waren ook beiden in Rotterdam geboren. Hester was het tweede kind en de oudste dochter in dit gezin.
Na het huwelijk van Simon en Hester in 1931 verhuisde het gezin diverse keren binnen Rotterdam, zo is af te leiden van hun persoonskaart in het archief. Simon heeft diverse beroepen uitgeoefend, waaronder koopman en varensgezel.
Toen Izak werd geboren woonde het gezin nog aan de Mauritsstraat, begin 1939 verhuisde men naar Boomgaardstraat 29a. Op 30 oktober 1939 kwam er een scheiding in het huwelijk van Simon en Hester. Izak was nog maar ruim een jaar en zijn jongste zusje slechts een paar weken.
https://hdl.handle.net/21.12133/A628B2948827420F971364771B1CC49D
Op de website joodserfgoedrotterdam.nl is te lezen hoe het gezin uit elkaar viel na de scheiding.
https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/katendrechtsestraat-49a-een-laatste-notitie/
Hester kreeg eind 1939 de voogdij over de drie dochters toegewezen maar na een half jaar werd zij alweer uit deze voogdij ontzet. De meisjes gaan naar de Bergstichting in Amsterdam. Eind 1942 werd de Bergstichting opgeheven maar dankzij het optreden van de directeur Jan Reitsema kon een deel van de kinderen onderduiken of kreeg papieren met niet-jood verklaringen. In het boek ‘De Joden van Eygelshoven’ van Frits van Hoorne is te lezen dat Sara,de jongste, ondergedoken heeft gezeten in Eygelshoven, vlakbij Kerkrade. Betje kwam in Meijel terecht en Hanna had in de loop van de tijd diverse onderduikadressen in België. De drie meisjes overleefden de oorlog. Na de oorlog kwamen ze terug in de Bergstichting.
Jacob, de oudste jongen uit het gezin, ging na de echtscheiding van zijn ouders naar het Apeldoornsche Bosch. Hij verbleef daar bijna drie jaar tot het Apeldoonsche Bosch ontruimd werd in januari 1943 en hij op 25 januari in Auschwitz werd vermoord.
Izak kon ook al vrij snel niet meer thuis blijven wonen. Eind januari 1940, bijna anderhalf jaar oud, verliet hij zijn ouderlijk huis en verbleef hij eerst enkele dagen in het Rotterdamse Joods Weeshuis. Hij was veel te jong om daar te kunnen blijven en hij werd voor ongeveer een jaar ondergebracht in het Rotterdamse Zuigelingentehuis, Oostzeedijk 76. Daarna, op 20 januari 1941 kwam hij naar het Joods Weeshuis in Leiden, hij was toen ruim twee jaar oud. Wat had hij in zijn kleine leventje toen al veel meegemaakt.
Hij verbleef ruim twee jaar in Leiden, tot aan de ontruiming op 17 maart 1943 waarbij hij met de andere kinderen en de personeelsleden werd weggevoerd naar Westerbork. Hij was ruim vier en half jaar oud toen hij in Sobibor werd vermoord op 26 maart 1943.
Bijna de helft van zijn leven heeft Izak in het Joods Weeshuis in Leiden gewoond.
Waarschijnlijk staat Izak op een groepsfoto uit 1942 maar helemaal zeker kunnen we daar niet over zijn. Toen was hij drie. Hij zal vast gespeeld hebben met de andere kinderen van zijn leeftijd in de speelzaal waar jongens en meisjes samen speelden.
We weten heel weinig over Izak, hij was ook nog zo jong. We weten wel dat in elk geval één van zijn zussen, namelijk Hanna, op zoek is geweest naar foto’s van Izak. Ze had zelf geen foto’s van haar ouders en broers en plaatste jaren geleden een oproep op het internet in de hoop dat iemand anders wellicht foto’s van haar familie zou hebben.
Moeder Hester woonde als laatste adres aan de Katendrechtsestraat 49a in Rotterdam, tot ze op 9 april bij een razzia in Rotterdam werd opgepakt en naar Westerbork werd gedeporteerd. Ze liet nog een mededeling aan de Bergstichting doen voor haar dochters dat ze alleen zou vertrekken als haar dochters “niet tot 17 mei in Westerbork”. Op 18 mei 1943 werd Hester gedeporteerd naar Sobibor. Krap twee maanden na Izak werd ook Hester daar vermoord. Op de website van Joodserfgoedrotterdam.nl staat een artikel over Hester.
Vader Simon overleefde de oorlog. Hij was in 1940 getrouwd met Maria van der Walt en zij was niet-joods. Hij werd een keer gearresteerd omdat hij geen Davidsster droeg maar na enkele dagen werd hij weer vrijgelaten, mogelijk vanwege het gemende huwelijk. In een brief schreef hij later dat hij ondergedoken was tijdens de oorlog. Na de oorlog heeft hij nog enkele jaren op zee gewerkt maar vanaf 1947 bleef hij voorgoed aan de wal werken. Deze informatie staat in een brief die Simon in 1947 schreef naar het Apeldoornsche Bosch met de vraag naar inlichtingen over zijn zoon Jacob. Ook hierover is een artikel te vinden op Joodserfgoedrotterdam.nl.
In het archief van het Nederlandse Rode Kruis is nog een brief te vinden van vader Simon. In 1952 vroeg hij opnieuw om inlichtingen over zijn beide zonen, hij wist nog steeds niet wat er met hen was gebeurd. Als antwoord daarop werd hij geïnformeerd over het lot van zijn beide zonen. Daarbij werd ook de Staatscourant van 1 september 1949 bijgevoegd waarin hun officiële overlijdensdata worden vermeld.
Volgens Joods Erfgoed Rotterdam heeft Simon na de oorlog ook nog geprobeerd de voogdijschap over de drie dochters te krijgen maar dit is niet aan hem toegewezen.
Van alle familieleden van Simon en Hester overleefden zes personen de oorlog, Simon, de drie dochters van Simon en Hester en twee kinderen van een broer van Simon.
Bettie verhuisde later naar Israël, Sara ging in Eygelshoven wonen, daar waar ze ook in de onderduik was geweest. Hanna trouwde en kreeg kinderen, woonde eerst in Frankrijk en later in Zweden. Twee van de drie zussen van Izak zijn enkele jaren geleden overleden. Het is niet bekend of de zus in Israël nog leeft.
Izak zijn leven was heel kort. Hij werd vermoord omdat hij joods was en zijn leven werd uitgewist. Zijn naam is bewaard gebleven.
Dat zijn gedachtenis tot zegen mag zijn.
Foto’s en documenten:
Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden heeft in 2021 de naam van Izak geadopteerd bij het Holocaust Namenmonument.
Hieronder de foto van de steen van Izak in Amsterdam bij het Holocaust Namenmonument Nederland.
Op 19 juni 2024 werd een Stolperstein geplaatst voor Izak. Lees hier meer over deze plaatsing.