Hoe zou het zijn als je er wel was, maar niet mocht bestaan? Als je begint te praten, maar niemand reageert op wat je zegt? Als je een feestje hebt georganiseerd maar niemand komt? En als je iets vreselijks hebt meegemaakt dat niemand iets interesseert?
Soms begin je dan schokkende dingen te roepen, zodat je anderen flink kunt raken. En dan moeten ze wel reageren.
Soms verberg je je, omdat je weet dat het alleen maar erger kan worden.
Meestal probeer je zo gewoon mogelijk door te leven. Maar van binnen voelt het alsof je in de spiegel kijkt en er geen spiegelbeeld verschijnt.
Eli Bloemkooper was een klein, donker jongetje dat leuk kon tekenen. Maar er waren een hoop mensen die vonden dat Eli niet mocht bestaan. Toen Eli vijf jaar was mocht hij geen vlees meer eten, want er kwam een verbod op ritueel slachten. Toen Eli zes jaar was mocht hij plotseling niet meer in de speeltuin spelen en ook mocht hij niet meer in het zwembad en niet meer in het park komen. Overal stonden bordjes met ‘ Jooden verboden’ erop. Zijn meester gaf aan de Duitsers door dat Eli een Joods jongetje was. In september moest hij van zijn school in de Kernstraat af. Eli vond het supervervelend dat hij nu niet meer bij zijn vriendjes in de klas zat. Toen Eli bijna acht jaar was stopte er op een dag een Duitse overvalwagen voor de deur van zijn huis in de Tiboel Siegenbeekstraat. Hij, zijn pappa, mamma, broertjes en zusje moesten instappen. Midden in de nacht werden ze in de laadruimte van een vrachtwagen naar Den Haag gereden. De volgende dag was hij in een houten huisje met prikkeldraad eromheen (strafbarak 67, Westerbork). Na een paar dagen moest hij met heel veel andere mensen in een veewagon stappen. De deur schoof dicht en het werd aardedonker. Hij reed drie dagen zonder eten, drinken en wc, en zonder te weten waar hij naartoe ging. Op 13 maart 1943, precies een week voor zijn achtste verjaardag werd hij met zijn mamma, broertjes en zusjes in de gaskamers van het vernietigingskamp Sobibor vermoord. Twee weken later werd het huis van Eli en zijn familie in opdracht van de Leidse politie leeg gehaald. Er trok een NSB-gezin in. Alsof er niks gebeurd was.
tekening van Eli Bloemkooper, 1942
Maar wij noemen Eli zijn naam en bewaren zijn tekening van de speeltuin.
Zo blijft hij bestaan.